Conditionele constructies met moest(en) en mocht(en) in Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands

Het Belgisch Nederlands kent een conditionele constructie met moest(en) die in het Nederlands Nederlands niet voorkomt. Onderzoek in het Corpus Gesproken Nederlands laat zien dat de constructie met moest(en) veel frequenter is dan de vergelijkbare constructie met mocht(en), die in beide delen van het taalgebied voorkomt. Daarnaast valt op dat de moest(en)-constructie regelmatig gebruikt wordt zonder dan in de erop volgende hoofdzin, terwijl dit resumptieve element na een mocht(en)-zin bijna verplicht lijkt. Dit artikel geeft een samenhangende verklaring voor beide observaties. De moest(en)-con... Mehr ...

Verfasser: Boogaart, Ronny
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2007
Schlagwörter: Arts
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-29553743
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/28470

Het Belgisch Nederlands kent een conditionele constructie met moest(en) die in het Nederlands Nederlands niet voorkomt. Onderzoek in het Corpus Gesproken Nederlands laat zien dat de constructie met moest(en) veel frequenter is dan de vergelijkbare constructie met mocht(en), die in beide delen van het taalgebied voorkomt. Daarnaast valt op dat de moest(en)-constructie regelmatig gebruikt wordt zonder dan in de erop volgende hoofdzin, terwijl dit resumptieve element na een mocht(en)-zin bijna verplicht lijkt. Dit artikel geeft een samenhangende verklaring voor beide observaties. De moest(en)-constructie is compatibel met meer soorten conditionele interpretaties dan de mocht(en)-constructie. De constructie wordt met name gebruikt in tegenfeitelijke contexten, waarin het gebruik van mocht(en) nauwelijks voorkomt. Het type context waarin het Belgisch Nederlands wel moest(en) gebruikt maar het Nederlands Nederlands geen mocht(en), is bovendien precies het soort context waarin typisch geen resumptief dan optreedt. Deze analyse leidt tot de verrassende conclusie dat mocht-zinnen in het Nederlands Nederlands, zowel syntactisch als semantisch/pragmatisch, minder geïntegreerd zijn met de hoofdzin dan mocht- én moest-zinnen in het Belgisch Nederlands. Dit blijkt ook uit de verschillende restricties op het zinsfinaal gebruik van deze conditionele zinnen: terwijl mocht-zinnen in het Nederlands Nederlands in deze positie hooguit als (weglaatbaar) adjunct optreden, hebben zinsfinale moest- en mocht-zinnen in het Belgisch Nederlands veelal de status van (niet weglaatbaar) argument.