Monster, Haagweg Gemeente Westland (Zuid-Holland) ; Opgraving ; Transect-rapport 647
In januari 2015 is een opgraving uitgevoerd op enkele braakliggende graspercelen aan de Haagweg in Monster (gemeente Westland). Aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie. Bij deze ontwikkeling zal grondverzet gaan plaatsvinden, waarbij de oorspronkelijke bodemopbouw en eventueel daarin aanwezige archeologische resten zullen worden verstoord. Vooronderzoek in de vorm van enkele inventariserende veldonderzoeken, zowel in de vorm van archeologisch booronderzoek als waarderend proefsleuvenonderzoek, had reeds aangetoond dat zich behoudenswaardige archeolo... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Text |
Erscheinungsdatum: | 2015 |
Verlag/Hrsg.: |
Transect
|
Schlagwörter: | Archaeology |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29514493 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-vm-7u6l |
In januari 2015 is een opgraving uitgevoerd op enkele braakliggende graspercelen aan de Haagweg in Monster (gemeente Westland). Aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie. Bij deze ontwikkeling zal grondverzet gaan plaatsvinden, waarbij de oorspronkelijke bodemopbouw en eventueel daarin aanwezige archeologische resten zullen worden verstoord. Vooronderzoek in de vorm van enkele inventariserende veldonderzoeken, zowel in de vorm van archeologisch booronderzoek als waarderend proefsleuvenonderzoek, had reeds aangetoond dat zich behoudenswaardige archeologische resten uit met name de Midden en Late Ijzertijd, dan wel Romeinse tijd bevonden binnen de grenzen van het plangebied. Aangezien behoud van deze resten ter plekke geen optie is, is besloten tot een opgraving, om de informatie ex situ te behouden. Door middel van de aanleg van de aanleg van drie werkputten is gebleken dat de verwachting op basis van het proefsleuvenonderzoek moest worden bijgesteld. In de aangelegde werkputten zijn geen sporen uit de genoemde periodes gevonden. De sporen die gedocumenteerd zijn, behoren alle tot sporen van gebruik uit een recent verleden, en hangen nauw samen met de aanwezigheid van tuinbouwkassen binnen het plangebied. Sporen van drainagegreppels en poeren van het skelet van de kassen zelf vormen de voornaamst aangetroffen sporen. Er zijn slechts twee scherven handgevormd aardewerk gevonden. Deze komen echter uit een verstoorde context, namelijk een dichtgegooide proefsleuf. Conclusies Op basis van de opgraving kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Het plangebied bevindt zich landschappelijk gezien op (de flank van) een duin, dat is afgedekt door laagveen en een akkerdek. Binnen de grenzen van het plangebied zijn geen archeologisch relevante sporen aangetroffen. De op basis van het proefsleuvenonderzoek verwachte sporen uit de IJzertijd dan wel Romeinse tijd zijn ondanks nauwgezet onderzoek niet aangetroffen. De verklaring ligt deels in een herinterpretatie van de ...