“La Résistance n’a pas encore son historien” : verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Belgische historiografie (1944-2020) ; Resistance during the Second World War in Belgian historiography (1944-2020)
Abstract: Deze bijdrage onderzoekt de methodologische en epistemologische weg die de historiografie van het verzet in België heeft afgelegd sinds de bevrijding. Tijdens de eerste fase van de Belgische verzetshistoriografie - in de onmiddellijke naoorlogse periode - bracht de administratieve afwikkeling van erkende gewapende verzetsgroepen en hun ‘erkenningsijver’ anachronistische geschiedenissen van deze organisaties voort. De drang om verzetsstrijders onder één apolitieke en patriottische noemer te plaatsen liet in deze fase weinig ruimte voor de sociale realiteit op het terrein. Vanaf de jar... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Artikel |
Erscheinungsdatum: | 2022 |
Schlagwörter: | History |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29292678 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | https://hdl.handle.net/10067/1883230151162165141 |
Abstract: Deze bijdrage onderzoekt de methodologische en epistemologische weg die de historiografie van het verzet in België heeft afgelegd sinds de bevrijding. Tijdens de eerste fase van de Belgische verzetshistoriografie - in de onmiddellijke naoorlogse periode - bracht de administratieve afwikkeling van erkende gewapende verzetsgroepen en hun ‘erkenningsijver’ anachronistische geschiedenissen van deze organisaties voort. De drang om verzetsstrijders onder één apolitieke en patriottische noemer te plaatsen liet in deze fase weinig ruimte voor de sociale realiteit op het terrein. Vanaf de jaren 1970 groeide het besef dat om verzet te begrijpen het van belang was de maatschappij te kennen die dit fenomeen had voortgebracht. In deze tweede fase lagen vooral jonge historici werkzaam aan het in 1967 opgerichte Navorsings- en Studiecentrum van de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog aan de basis van substantiële veranderingen in de geschiedschrijving over het verzet. De academisch-wetenschappelijke pionierswerken uit de jaren 1990 vormden uiteindelijk het fundament van de Belgische verzetshistoriografie. Vanaf de jaren 2000 brak de derde fase aan en ging het onderzoek twee richtingen uit : een aantal historici bouwden verder op de social turn, maar ook de erfenis van het verzet werd een belangrijk thema, al dan niet in het nadeel van fundamenteel historische studies over het fenomeen zelf. De afbakening van het onderwerp – en dus de definitie van ‘verzet’ – is een uitdaging die als een rode draad doorheen 76 jaar verzetshistoriografie loopt. Vandaag staan historici nog steeds voor de opdracht om de unieke clandestiene leefwereld te analyseren zonder ‘het verzet’ te isoleren van haar sociale context en lokale wortels.