De Ondernemingskamer en kerkelijke universiteiten: The Company Court and ecclesiastical universities in the Netherlands
Op 21 juli 2020 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een eerste uitspraak 1 gedaan in de enquêteprocedure inzake Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen. De uitspraak is onderdeel van een slepende situatie rond de benoeming van bestuurders. De uitspraak van de Ondernemingskamer bevat elementen die aandacht vragen vanuit kerkrechtelijk perspectief, omdat – kort gezegd – bevoegdheden gepaard gaan met verantwoordelijkheden. Onder omstandigheden kan het daarom aantrekkelijk zijn om minder bevoegdheden te hebben. In dit artikel beschrijf ik de casus, zoals die uit de besch... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Artikel |
Erscheinungsdatum: | 2020 |
Schlagwörter: | Ondernemingskamer / Theologische Universiteit / governance / kerkelijke vergaderingen |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29202845 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/410749 |
Op 21 juli 2020 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een eerste uitspraak 1 gedaan in de enquêteprocedure inzake Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen. De uitspraak is onderdeel van een slepende situatie rond de benoeming van bestuurders. De uitspraak van de Ondernemingskamer bevat elementen die aandacht vragen vanuit kerkrechtelijk perspectief, omdat – kort gezegd – bevoegdheden gepaard gaan met verantwoordelijkheden. Onder omstandigheden kan het daarom aantrekkelijk zijn om minder bevoegdheden te hebben. In dit artikel beschrijf ik de casus, zoals die uit de beschikking van de Ondernemingskamer blijkt. Vervolgens bespreek ik de gekozen rechtsingang, de beslissing en de overwegingen van de Ondernemingskamer. Daarna bespreek ik de mogelijke consequenties van deze uitspraak voor de drie universiteiten in Nederland met kerkelijke rechtspersoonlijkheid.