Nederzettingen uit de bronstijd en de vroege ijzertijd in de lage landen ; Nederlandse Archeologische Rapporten 13 ; NAR 13
In Nederland is in de decennia na de 2de Wereldoorlog een belangrijk gegevensbestand opgebouwd op het gebied van nederzettingen uit de bronstijd en vroege ijzertijd. Voortbouwend op de door Van Giffen uitgewerkte opgravingsmethode zijn door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort en de archeologische instituten van de universiteiten te Amsterdam (IPP, AlVU), Leiden (iPL) en Groningen (BAI) enkele tientallen nederzettingslocaties onderzocht, waarbij meer dan 300 huisplattegronden, alsook vele bijgebouwen en andere nederzettingssporen werden opgetekend. Deze ontwikkeli... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Text |
Erscheinungsdatum: | 1991 |
Verlag/Hrsg.: |
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
|
Schlagwörter: | Archaeology |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29147975 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-4m-kqwt |
In Nederland is in de decennia na de 2de Wereldoorlog een belangrijk gegevensbestand opgebouwd op het gebied van nederzettingen uit de bronstijd en vroege ijzertijd. Voortbouwend op de door Van Giffen uitgewerkte opgravingsmethode zijn door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort en de archeologische instituten van de universiteiten te Amsterdam (IPP, AlVU), Leiden (iPL) en Groningen (BAI) enkele tientallen nederzettingslocaties onderzocht, waarbij meer dan 300 huisplattegronden, alsook vele bijgebouwen en andere nederzettingssporen werden opgetekend. Deze ontwikkeling dient te worden gezien tegen de achtergrond van de enorme expansie van de stedelijke en landelijke bebouwing, de inzet van graafmachines bij archeologisch onderzoek, de groeiende financiële middelen van de archeologische instellingen, en ook de aanwezigheid van landschappen die goede mogelijkheden bieden voor grootschalig nederzettingsonderzoek. Hoewel geen enkele nederzetting in al zijn deelfasen 'compleet' kon worden opgegraven, zijn er thans voldoende grootschalige onderzoeken die het mogelijk maken een eerste beeld te schetsen van de structuur en ontwikkeling van de toenmalige bewoning en daarbij optredende regionale patronen. Dit artikel beoogt een beknopt overzicht te geven van het onderzoek van bronstijd/vroege ijzertijd-nederzettingen in Nederland en Noord-België en vormt tevens een aanzet tot een eerste evaluatie van de beschikbare gegevens. Getracht is zowel de nieuwe onderzoeksresultaten uit de jaren tachtig, alsook de resultaten van de opgravingen uit de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren bij de analyse te betrekken. Een structureel probleem daarbij is wel dat veel oudere opgravingen wegens tijdgebrek niet of slechts voorlopig konden worden gepubliceerd. Daardoor is het soms moeilijk om resultaten van nieuw onderzoek te vergelijken met die van 'oud' onderzoek. Het chronologisch kader van deze studie omvat de midden- en late bronstijd en de vroege ijzertijd, of - in absolute tijd uitgedrukt - het tijdvak ...