Nederland : dichtheid der bevolking naar de officieele volkstelling
Dit is in deze serie van 100 thematische kaarten het tweede voorbeeld van een dasymetrische kaart; een andere is van 1892 en betreft de kaart van de neerslag door J. Lorié en H. Tonkes; deze gaat over de bevolkingsdichtheid. Kuyper was ongelukkig met het beeld, dat geleverd wordt door choropleten op basis van gemeentegrenzen. Deze grenzen hebben vaak geen enkele relevantie voor die dichtheid en daarom probeert hij zijn eenheden te begrenzen door lijnen, die wel een relatie hebben met de factoren die die dichtheid beïnvloeden. Hij past daartoe de gegevens uit de Volkstelling van 1990 aan aan de... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Karte |
Erscheinungsdatum: | 1898 |
Verlag/Hrsg.: |
Brill
E.J. |
Schlagwörter: | Aardwetenschappen / Sociale Geografie en Planologie |
Sprache: | unknown |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29133606 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/13326 |
Dit is in deze serie van 100 thematische kaarten het tweede voorbeeld van een dasymetrische kaart; een andere is van 1892 en betreft de kaart van de neerslag door J. Lorié en H. Tonkes; deze gaat over de bevolkingsdichtheid. Kuyper was ongelukkig met het beeld, dat geleverd wordt door choropleten op basis van gemeentegrenzen. Deze grenzen hebben vaak geen enkele relevantie voor die dichtheid en daarom probeert hij zijn eenheden te begrenzen door lijnen, die wel een relatie hebben met de factoren die die dichtheid beïnvloeden. Hij past daartoe de gegevens uit de Volkstelling van 1990 aan aan de nieuwe, wél relevant geachte grenzen. Verder berekent hij binnen die nieuwe gebieden opnieuw de dichtheden, die hij vervolgens klassificeert en weergeeft, zoals dat bij een choropleet gebruikelijk is. In de resulterende kaart is het nu niet de toevallige ligging van de gemeentegrenzen, die het beeld bepaalt, maar van die relevant geachte grenslijnen, ondersteund door de nieuwe klassenindeling. Een bijkomend beeld van deze dasymetrische methode is dat de eruit voortkomende kaarten niet zo snel verouderen als de op gemeentegrenzen gebaseerde choropleten. Om een idee te geven van het niveau van de methodologische discussie op basis van deze kaart, hierbij een bewerking van de polemieken zoals verwoord in het ‘Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap’. Kuyper reageerde op J.F. Hoekstra's artikel ‘De bevolking van de groote middelpunten van bevolking in Nederland op 1 januari 1890 en 1 januari 1896’ in het ‘Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap’ van 1896. Het was Kuyper niet te doen om een polemiek uit te lokken, maar om te proberen om gezamenlijk verder te komen: ‘De wensch staat immers op den voorgrond dat eens een ware voorstelling worde gegeven van de zeer uiteenloopende dichtheid der bevolking is ons toch zoo klein en in dit opzicht zoo goed bekend vaderland’. Zo ver is het echter nog lang niet, al erkent hij het grote nut daarvan en al raadpleegt hij de ...