Parasieten en juwelen : Čechov in Nederlandse dagbladen
Nederlandse kranten waren een gretige afnemer van vertaalde Russische literatuur, vaak in de vorm van vervolgverhalen of feuilletons. In een database met 1.853 vertalingen, gepubliceerd tussen 1843 en 1970, steekt Anton Čechov er met 287 vertalingen met kop en schouders bovenuit. In mijn bijdrage ga ik na wat er van hem vertaald werd (maar ook: wat niet) en schets ik de karakteristieken van deze vertalingen aan de hand van voorbeelden. Specifiek voor vertalingen in kranten is dat ze getuigen van een dialoog tussen de toenmalige actualiteit in Rusland en hoe men daar in Nederland op reageert. Z... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | conference |
Erscheinungsdatum: | 2022 |
Schlagwörter: | Languages and Literatures / Russische Literatuur / kranten / A.P. Čechov |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29132740 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | https://biblio.ugent.be/publication/8750361 |
Nederlandse kranten waren een gretige afnemer van vertaalde Russische literatuur, vaak in de vorm van vervolgverhalen of feuilletons. In een database met 1.853 vertalingen, gepubliceerd tussen 1843 en 1970, steekt Anton Čechov er met 287 vertalingen met kop en schouders bovenuit. In mijn bijdrage ga ik na wat er van hem vertaald werd (maar ook: wat niet) en schets ik de karakteristieken van deze vertalingen aan de hand van voorbeelden. Specifiek voor vertalingen in kranten is dat ze getuigen van een dialoog tussen de toenmalige actualiteit in Rusland en hoe men daar in Nederland op reageert. Zo werd het kortverhaal P’janye (1887) door Het Volk in 1928 vertaald als Parasieten - Schets uit Tsaristisch Rusland, geheel in overeenstemming met de ideologische denkkaders van de tijd. Elementen uit gepubliceerde verhalen duiken bovendien regelmatig op wanneer men in redactionele artikelen refereert aan Rusland. Zo had het Nieuws van den dag het in 1925 over “Volkscommissarissen die leven net als de oude typen van Tsjechov en hun toevlucht zoeken tot drank en kaartspel.” Specifiek voor vertalingen in kranten is ook de mogelijkheid tot interactie met het lezerspubliek. Voor een krant is een feuilleton een instrument van klantenbinding, maar dit is geen eenrichtingsverkeer. Zo liet een lezer van de Friese Koerier in 1955 zich na de publicatie van De kus (Poceluj, 1887) ontvallen “wat een sieraad voor onze krant”, waarbij hij zich duidelijk identificeerde met het dagblad. Afsluitend zet ik uiteen wat Čechovs ‘krantenpopulariteit’ betekent voor zijn receptie en daarbij sla ik een brug naar het verzameld werk van Čechov dat uitgeverij Van Oorschot vanaf 1953 als eerste delen van de Russische Bibliotheek op de markt bracht.