Plangebied Luxemburgstraat 7-9 in Den Haag, gemeente Den Haag; archeologisch vooronderzoek: een karterend veldonderzoek naar de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen ; RAAP-rapport 5115
Op basis van het bureauonderzoek bestond het vermoeden dat in de ondergrond van het plangebied resten van de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen aanwezig konden zijn (Sprangers, 2014). Tijdens het booronderzoek is de verwachte natuurlijke bodemopbouw grotendeels bevestigd. Het plangebied bevindt zich in de lager gelegen, met veen begroeide vlakte tussen de strandwallen. De grote vraag of de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen zich ook in de ondergrond van het plangebied bevindt, kan zeer waarschijnlijk helaas negatief worden beantwoord. Alhoewel in een groot deel van het plangebied op he... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | Text |
Erscheinungsdatum: | 2015 |
Verlag/Hrsg.: |
RAAP Archeologisch Adviesbureau
|
Schlagwörter: | Archaeology |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-29113464 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-08xr-ag |
Op basis van het bureauonderzoek bestond het vermoeden dat in de ondergrond van het plangebied resten van de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen aanwezig konden zijn (Sprangers, 2014). Tijdens het booronderzoek is de verwachte natuurlijke bodemopbouw grotendeels bevestigd. Het plangebied bevindt zich in de lager gelegen, met veen begroeide vlakte tussen de strandwallen. De grote vraag of de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen zich ook in de ondergrond van het plangebied bevindt, kan zeer waarschijnlijk helaas negatief worden beantwoord. Alhoewel in een groot deel van het plangebied op het natuurlijke veen en onder het stadsophogingspakket een cultuurlaag is aangetroffen, waarvan de ontwikkeling vermoedelijk is terug te voeren tot de Late Middeleeuwen, zijn geen duidelijke aanwijzingen voor restanten van een motte-heuvel of omringde grachtpartijen gevonden. Op basis van het veldonderzoek kan de archeologische verwachting voor het plangebied worden bijgesteld. Ten aanzien van de strandvlakte-afzettingen geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen (resten van bewoning) vanaf het Neolithicum. Hier kunnen wel sporen van agrarisch gebruik aanwezig zijn. De hoge archeologische verwachting voor de aanwezigheid van resten van de laat-middeleeuwse motte van Loosduinen kan naar laag worden bijgesteld.