Plangebied Polder Waard Nieuwland te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek)

In opdracht van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft RAAP in juni en juli 2018 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Polder Waard Nieuwland te Hippolytushoef in de gemeente Hollands Kroon. In de voor het karterend booronderzoek geselecteerde delen van het plangebied (figuur 1) is de top van het dekzand intact (met een intacte podzolbodem) en afgedekt door veen of marien sediment. In deze gebieden geldt ook na het verkennend booronderzoek (Wink, 2018) een hoge archeologische verwa... Mehr ...

Verfasser: Leuvering, drs. J.H.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau BV)
Erscheinungsdatum: 2018
Schlagwörter: Archaeology / scheme=ABR-complex / code=XXX / value=Onbekend
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-29098284
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-53-qcsm

In opdracht van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft RAAP in juni en juli 2018 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Polder Waard Nieuwland te Hippolytushoef in de gemeente Hollands Kroon. In de voor het karterend booronderzoek geselecteerde delen van het plangebied (figuur 1) is de top van het dekzand intact (met een intacte podzolbodem) en afgedekt door veen of marien sediment. In deze gebieden geldt ook na het verkennend booronderzoek (Wink, 2018) een hoge archeologische verwachting voor steentijdvindplaatsen (periode: Laat Paleolithicum – Neolithicum). Hier kan vanwege de aanwezigheid van een A-horizont in het bodemprofiel zowel een vondstniveau als een sporenniveau aanwezig zijn. De top van het dekzand bevindt zich tussen 25 en 290 cm -Mv (ca. 0,9 tot 4,7 m -NAP). Het dekzand vormde het bewoonbare landschap totdat het rond 5000 jaar geleden, als gevolg van de stijgende zeespiegel, vernatte en geleidelijk overgroeid raakte met veen. Dit betekent dat bewoning van het dekzandlandschap mogelijk is geweest vanaf het Laat Paleolithicum t/m het Neolithicum. De archeologische verwachting voor vindplaatsen uit deze perioden is hoog. Het kan hierbij zowel gaan om grotere, langdurig gebruikte of hergebruikte nederzettingsterreinen (palimpsesten) met een dichte strooiing van vuursteenmateriaal als om kleinere, eenfasige nederzettingslocaties met een ijle vondstspreiding. Ook kunnen zeer kleine (jacht-)kampementjes of specifieke vindplaatstypen voorkomen (graven, rituele deposities, e.d.). Eventuele resten (in de top van het dekzand) bevinden zich waarschijnlijk binnen 2,0 m -Mv. Naast de verwachting voor steentijdvindplaatsen in het dekzandlandschap blijft ten aanzien van het kwelderlandschap in het gehele plangebied de archeologische verwachting voor het aantreffen van scheepswrakken of onderdelen daarvan, gehandhaafd. De verwachting voor dergelijke vindplaatsen is evenwel laag (lage verwachte dichtheid ...