Heiloo-Hoog en Laag ; Archeologisch onderzoek in het plangebied Hoog en Laag, gemeente Heiloo (Noord-Holland)

De aanleiding voor het onderzoek was de geplande herinrichting van het plangebied en de destructieve gevolgen daarvan voor de eventueel aanwezige archeologische grondsporen en voorwerpen. De archeologische ondergrond van het onderzoeksterrein ‘Hoog en Laag’ was in hoge mate verstoord door moderne graafwerkzaamheden. Over het gehele terrein was een puinlaag aanwezig die direct in verband kon worden gebracht met sloopwerkzaamheden uitgevoerd op het terrein in 2004. Heel het noord-westelijke terreindeel was tot meer dan 100 cm beneden maaiveld vergraven met een getande bak. Op de overige terreind... Mehr ...

Verfasser: Amsterdams Archeologisch Centrum (UvA)
Koot, C.W.
Kok, M.S.M.
Dokumenttyp: Dataset
Erscheinungsdatum: 2006
Verlag/Hrsg.: AAC/projectenbureau
Schlagwörter: Archaeology / Archeologisch: opgraving / scheme=ABR-complex / code=EX / value=Economie / onbepaald
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-29069840
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-ytq-9wc

De aanleiding voor het onderzoek was de geplande herinrichting van het plangebied en de destructieve gevolgen daarvan voor de eventueel aanwezige archeologische grondsporen en voorwerpen. De archeologische ondergrond van het onderzoeksterrein ‘Hoog en Laag’ was in hoge mate verstoord door moderne graafwerkzaamheden. Over het gehele terrein was een puinlaag aanwezig die direct in verband kon worden gebracht met sloopwerkzaamheden uitgevoerd op het terrein in 2004. Heel het noord-westelijke terreindeel was tot meer dan 100 cm beneden maaiveld vergraven met een getande bak. Op de overige terreindelen komen verspreid dezelfde vergravingen voor. Het archeologisch onderzoek heeft enkel sporen opgeleverd uit de Nieuwe en Moderne tijd. Uit de aard van deze sporen blijkt dat het terrein in de periode van de 18e- tot de 19e eeuw een agrarische functie had. Dit werd gekenmerkt door een opgebrachte akkerlaag, moesbedden en twee dubbele palenrijen (mogelijk een hekwerk of houtwal). De akkerlaag en moesbedden hebben eventueel aanwezige, oudere archeologische sporen en –vondsten vergraven. Dit aangezien over het gehele onderzoeksterrein schervenmateriaal uit de IJzertijd/Vroeg-Romeinse tijd en de 15e tot en met de 19e eeuw is verzameld. De aanwezigheid van dit schervenmateriaal wijst op bewoning in deze perioden op- of in de omgeving van het terrein. Een andere mogelijkheid is dat het schervenmateriaal is meegekomen met de opgebrachte laag met plaggen (akkerlaag uit de 18e tot de 19e eeuw). In dit laatste geval is het niet te achterhalen waar het vondstmateriaal oorspronkelijk vandaan kwam.