Te kinderachtig voor de kinderen? Leeftijdsnormen in jeugdliteratuur digitaal onderzocht
In Ik ben Polleke, hoor! (2001) van Guus Kuijer zegt hoofdpersonage Polleke: ‘Ik wil best leuke dingen met Spiek doen, maar ik wil niet op hem passen. Hallo? Horen jullie me? Ik ben pas twaalf hoor!’ Door onder meer dit soort reflecties op leeftijd dragen jeugdboeken bij aan de constructie van leeftijdsnormen en daarmee aan de socialisatie van kinderen, stelt Vanessa Joosen, hoofddocent jeugdliteratuur en Engelstalige literatuur aan de universiteit Antwerpen. Zij onderzocht deze sociale constructie van leeftijd in jeugdliteratuur eerder met een traditionele narratieve analyse. Met behulp van d... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Erscheinungsdatum: | 2019 |
Schlagwörter: | 800353:Aging--Study and teaching:topical / 1759351:Children's literature:topical / 963599:Digital humanities:topical / 1095153:Research:topical / 1018722:Methodology:topical / 899846:Dutch literature:topical |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-28991267 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | https://doi.org/10.17613/n0y1-f436 |
In Ik ben Polleke, hoor! (2001) van Guus Kuijer zegt hoofdpersonage Polleke: ‘Ik wil best leuke dingen met Spiek doen, maar ik wil niet op hem passen. Hallo? Horen jullie me? Ik ben pas twaalf hoor!’ Door onder meer dit soort reflecties op leeftijd dragen jeugdboeken bij aan de constructie van leeftijdsnormen en daarmee aan de socialisatie van kinderen, stelt Vanessa Joosen, hoofddocent jeugdliteratuur en Engelstalige literatuur aan de universiteit Antwerpen. Zij onderzocht deze sociale constructie van leeftijd in jeugdliteratuur eerder met een traditionele narratieve analyse. Met behulp van digitale methodes kon ze dat onderzoek op grotere schaal voortzetten en daarvan doet ze verslag in dit artikel. De combinatie van digital humanities en jeugdliteratuuronderzoek blijkt eerdere resultaten te kunnen verdiepen en nieuwe vragen op te werpen.