Studie naar de Ecologie van de Vrijlevende Plathelminthes (Turbellaria) van de Zandstranden van de Belgische Kust

Tot op heden was het Turbellaria-onderzoek aan de Belgische kust voornamelijk faunistisch, waarbij ook een aantal karyologische aspecten onderzocht werden (Martens, 1983; 1984; Martens & Schockaert, 1981; Martens et al., 1988). Dit onderzoek is de eerste ecologische studie waarbij op systematische wijze over een langere periode bemonsterd werd. Het doel van dit onderzoek is drieledig : 1) Een eerste doelstelling is bet nagaan van bet relatieve aandeel van de Turbellaria in de meiofauna in functie van de dynamiek van bet (eulitorale) zandige biotoop, en dit zowel wat betreft hun densiteit a... Mehr ...

Verfasser: JOUK, Philippe
Dokumenttyp: doctoralThesis
Erscheinungsdatum: 1992
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-28925940
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://hdl.handle.net/1942/21928

Tot op heden was het Turbellaria-onderzoek aan de Belgische kust voornamelijk faunistisch, waarbij ook een aantal karyologische aspecten onderzocht werden (Martens, 1983; 1984; Martens & Schockaert, 1981; Martens et al., 1988). Dit onderzoek is de eerste ecologische studie waarbij op systematische wijze over een langere periode bemonsterd werd. Het doel van dit onderzoek is drieledig : 1) Een eerste doelstelling is bet nagaan van bet relatieve aandeel van de Turbellaria in de meiofauna in functie van de dynamiek van bet (eulitorale) zandige biotoop, en dit zowel wat betreft hun densiteit als bun biomassa. Met de term "dynamiek" wordt niet enkel de hydrodynamiek bedoeld, maar bet geheel van de factoren die een invloed op bet biotoop kunnen uitoefenen. Algemeen wordt immers aanvaard dat de Nematoda en de Harpacticoida meestal de dominante taxa zijn in de meiofauna. Doorgaans bereiken de Nematoda maximale densiteiten in de fijnere sedimenten en zijn er dan super-dominant, terwijl de Harpacticoida meestal in de grovere sedimenten in hoge aantallen voorkomen en er soms zelfs bet meest dominante taxon vormen (Platt & Warwick, 1980 en Hicks & Coull, 1983 met referenties). Voor de zgn. "soft-bodied" meiofaunataxa (vnl. Turbellaria en Gastrotricha) zijn de gegevens echter veel schaarser. Meestal wordt aangenomen dat deze taxa slechts in zeer lage densiteiten voorkomen en in vele meiofauna-surveys warden ze zelfs helemaal niet in beschouwing genomen, waarschijnlijk ook mede doordat ze veel moeilijker te bestuderen zijn dan de "hard-bodied" taxa. Martens et al. (1985) en Martens & Schockaert (1986) suggereren echter dat de Turbellaria een belangrijkere rol in de meiobenthosgemeenschap kunnen spelen dan algemeen verondersteld wordt en dat bun aandeel in de meiofauna voornamelijk beïnvloed wordt door de dynamiek van bet biotoop. Uit literatuurstudie en eigen waarnemingen blijkt dat in zandige biotopen de diversiteit, densiteit en biomassa van Turbellaria doorgaans hoger is dan in modderige bodems. Volgende ...