De Chinees-Belgische pandalening: de toelaatbaarheid onder het internationale recht en de verhouding tussen dit recht en het internationale handelsrecht van de WTO.
Dit onderzoek bespreekt de regulering van de Chinees-Belgische pandalening en de verhouding hiervan met het internationale handelsrecht van de WTO. Hiertoe wordt onderzocht wat een pandalening is en wat de redenen hiervan zijn. Daarna wordt onderzocht als de pandalening conform het CITES-verdrag heeft plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat CITES de vrije handel beperkt. Daarom wordt de verhouding tussen CITES en het internationale handelsrecht van de bestudeerd. Deze verhouding levert in de praktijk geen problemen. Maar wanneer dit toch het geval zou zijn, dient een WTO panel over dergelijk confli... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | masterThesis |
Erscheinungsdatum: | 2015 |
Verlag/Hrsg.: |
tUL
|
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-28925938 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | http://hdl.handle.net/1942/19360 |
Dit onderzoek bespreekt de regulering van de Chinees-Belgische pandalening en de verhouding hiervan met het internationale handelsrecht van de WTO. Hiertoe wordt onderzocht wat een pandalening is en wat de redenen hiervan zijn. Daarna wordt onderzocht als de pandalening conform het CITES-verdrag heeft plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat CITES de vrije handel beperkt. Daarom wordt de verhouding tussen CITES en het internationale handelsrecht van de bestudeerd. Deze verhouding levert in de praktijk geen problemen. Maar wanneer dit toch het geval zou zijn, dient een WTO panel over dergelijk conflict te oordelen. Daarom wordt bestudeerd wat de houding is van een panel in dergelijke zaken. Ten slotte wordt beoordeeld als de handelsbeperkende maatregelen die worden opgelegd bij de pandalening te rechtvaardigen zijn. Het onderzoek sluit af met de conclusie dat CITES en het internationale handelsrecht in de praktijk geen problemen ondervinden. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zal rechtvaardiging bijna altijd mogelijk zijn, vermits panels de handelsakkoorden beoordelen in het licht van ander internationaal recht.