Beschikken over een aandeel in een gemeenschap:een rechtsvergelijkende studie
Art. 3:175 lid I BW bepaalt dat een deelgenoot in beginsel bevoegd is zonder toestemming van de overige deelgenoten over zijn aandeel te beschikken. De eerste opmerking die in de toelichting van de wetgever op dat artikel is gemaakt, is een verwijzing naar het Romeinse recht en het daarin gehanteerde begrip "pars pro indiviso". De omschrijving van dit begrip in het Romeinse recht is ook geschikt gebleken voor de omschrijving van een aandeel in een gemeenschappelijk goed in het Nederlandse recht. Om tot een goede omschrijving te komen, is het van belang zich te realiseren wat er gebeurt indien... Mehr ...
Verfasser: | |
---|---|
Dokumenttyp: | doctoralThesis |
Erscheinungsdatum: | 1998 |
Verlag/Hrsg.: |
s.n.
|
Schlagwörter: | Proefschriften (vorm) / Rechtsvergelijking (vorm) / Duitsland / Frankrijk / Nederland / Romeins recht / Mede-eigendom / Gemeenschap (recht) / 86.24 |
Sprache: | Niederländisch |
Permalink: | https://search.fid-benelux.de/Record/base-28719819 |
Datenquelle: | BASE; Originalkatalog |
Powered By: | BASE |
Link(s) : | http://hdl.handle.net/11370/e6465900-e067-48ca-8ab8-86ea321ddaeb |
Art. 3:175 lid I BW bepaalt dat een deelgenoot in beginsel bevoegd is zonder toestemming van de overige deelgenoten over zijn aandeel te beschikken. De eerste opmerking die in de toelichting van de wetgever op dat artikel is gemaakt, is een verwijzing naar het Romeinse recht en het daarin gehanteerde begrip "pars pro indiviso". De omschrijving van dit begrip in het Romeinse recht is ook geschikt gebleken voor de omschrijving van een aandeel in een gemeenschappelijk goed in het Nederlandse recht. Om tot een goede omschrijving te komen, is het van belang zich te realiseren wat er gebeurt indien een eigendomsrecht toekomt aan meer personen. . Zie: Samenvatting