De invloed van fiscale wetgeving op vermogensongelijkheid in Nederland

De vermogensongelijkheid is in Nederland relatief hoog. Dit kan leiden tot verminderde economische groei, politieke onstabiliteit en verlies van vertrouwen in de politiek, wat mogelijk problemen voor economie en politiek oplevert. In deze bijdrage wordt gekeken naar het tegengaan van vermogensongelijkheid door middel van de 5scaliteit. Wij onderzoeken de verdelende werking van box 3 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de bedrijfsopvolgingsregeling van de Successiewet 1956. Het forfaitaire systeem van box 3 beantwoordt noch aan de realiteit van rendementen noch aan het draagkrachtbeginsel, he... Mehr ...

Verfasser: David Hwan
Jessica de Vries
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2015
Reihe/Periodikum: MAB, Vol 89, Iss 11, Pp 446-453 (2015)
Verlag/Hrsg.: Pensoft
Schlagwörter: Business / HF5001-6182 / Business mathematics. Commercial arithmetic. Including tables / etc / HF5691-5716
Sprache: Englisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-28704540
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://doi.org/10.5117/mab.89.31200

De vermogensongelijkheid is in Nederland relatief hoog. Dit kan leiden tot verminderde economische groei, politieke onstabiliteit en verlies van vertrouwen in de politiek, wat mogelijk problemen voor economie en politiek oplevert. In deze bijdrage wordt gekeken naar het tegengaan van vermogensongelijkheid door middel van de 5scaliteit. Wij onderzoeken de verdelende werking van box 3 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de bedrijfsopvolgingsregeling van de Successiewet 1956. Het forfaitaire systeem van box 3 beantwoordt noch aan de realiteit van rendementen noch aan het draagkrachtbeginsel, hetgeen vermogensongelijkheid versterkt. Juist het draagkrachtbeginsel is een moreel fundament in het Nederlandse belastingsysteem en hierop teruggrijpen is wenselijk. Alternatieven voor box 3 zijn een progressief tarief en eventueel een andere hef5ngsvorm. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit discrimineert de facto naar topvermogens. Om die reden lijkt een kredietfaciliteit rechtvaardiger.