Een 'review procedure' voor de levenslange gevangenisstraf

Dit artikel geeft een overzicht van de rechtspraak over de levenslange gevangenisstraf van de afgelopen zeven jaren, uitspraken die samengenomen invulling proberen te geven aan de door het EHRM (in de zaken Vinter e.a./VK en Murray/Nederland) vereiste review procedure. De rechtspraak loopt tot 26 april 2016. De uitspraken laten zien hoe de Nederlandse rechter de afgelopen jaren probeerde om aan levenslanggestraften het door het EHRM vereiste ‘prospect of release’ te bieden terwijl de overheid, die ‘levenslang is levenslang’ in haar vaandel had gehesen, daaraan niet wilde meewerken, liever geze... Mehr ...

Verfasser: van Hattum, W.F.
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2016
Reihe/Periodikum: van Hattum , W F 2016 , ' Een 'review procedure' voor de levenslange gevangenisstraf ' , Delikt en Delinkwent , vol. 2016 , no. 6 , DD 2016/41 , pp. 448-480 . ; ISSN:0045-9879
Schlagwörter: life imprisonment / detention / Vinter-case / rehabilitation re-socialization / victims rights / Rechtspraak sanctierecht / Sanctierecht / Levenslange gevangenisstraf / Murray/the Netherlands / review procedure
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27600911
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://hdl.handle.net/11370/6b9a82e6-2720-4318-9a3c-ee9c75da2b6f

Dit artikel geeft een overzicht van de rechtspraak over de levenslange gevangenisstraf van de afgelopen zeven jaren, uitspraken die samengenomen invulling proberen te geven aan de door het EHRM (in de zaken Vinter e.a./VK en Murray/Nederland) vereiste review procedure. De rechtspraak loopt tot 26 april 2016. De uitspraken laten zien hoe de Nederlandse rechter de afgelopen jaren probeerde om aan levenslanggestraften het door het EHRM vereiste ‘prospect of release’ te bieden terwijl de overheid, die ‘levenslang is levenslang’ in haar vaandel had gehesen, daaraan niet wilde meewerken, liever gezegd: dat streven tegenwerkte. Het leidde tot een ‘battle of powers’ waarin op 5 april 2016 voorlopig de laatste slag is toegebracht aan de administratie, met het rechterlijk oordeel dat niet de minister maar de rechter in beginsel het laatste woord heeft in de gratieprocedure. Op die rechtspraak kan met het arrest van het EHRM van 26 april 2016 (Murray tegen Nederland) in de hand worden voortgebouwd.