Werkelijke risicodeling binnen het Nederlandse pensioenstelsel: een empirisch onderzoek

Nederlandse pensioenregelingen die volgens de Pensioenwet classificeren als uitkeringsovereenkomsten kenmerken zich doordat actuariële en beleggingsrisico’s tussen de bij de pensioenregeling betrokken partijen worden gedeeld. De vraag is vervolgens of er ook empirisch bewijs voor deze risicodeling bestaat, of, meer in specifieke zin, in welke mate de verschillende partijen de risico’s dragen. Worden de risico’s evenwichtig verdeeld of krijgt één van de partijen het leeuwendeel van de risico’s toebedeeld? In dit artikel dat voortborduurt op een eerder onderzoek van Ter Hoeven en Laning naar aan... Mehr ...

Verfasser: Ralph ter Hoeven
Wilfred Kevelam
Anne Laning
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2016
Reihe/Periodikum: MAB, Vol 90, Iss 10, Pp 391-405 (2016)
Verlag/Hrsg.: Pensoft
Schlagwörter: Business / HF5001-6182 / Business mathematics. Commercial arithmetic. Including tables / etc / HF5691-5716
Sprache: Englisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27565721
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://doi.org/10.5117/mab.90.31182

Nederlandse pensioenregelingen die volgens de Pensioenwet classificeren als uitkeringsovereenkomsten kenmerken zich doordat actuariële en beleggingsrisico’s tussen de bij de pensioenregeling betrokken partijen worden gedeeld. De vraag is vervolgens of er ook empirisch bewijs voor deze risicodeling bestaat, of, meer in specifieke zin, in welke mate de verschillende partijen de risico’s dragen. Worden de risico’s evenwichtig verdeeld of krijgt één van de partijen het leeuwendeel van de risico’s toebedeeld? In dit artikel dat voortborduurt op een eerder onderzoek van Ter Hoeven en Laning naar aanleiding van ingediende herstelplannen (2010), zullen we ingaan op deze vragen. Hiertoe is voor 62 pensioenfondsen onderzocht hoe de dekkingsgraad zich heeft ontwikkeld over de periode 2009 t/m 2013 en welke bronnen van herstel hieraan hebben bijgedragen. De analyse is uitgevoerd vanuit zowel een nominaal als een reëel (voor koopkracht gecorrigeerd) perspectief. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de (ex)werknemers een veel grotere bijdrage aan herstel van pensioenfondsen hebben geleverd dan de werkgevers die slechts voor een beperkt deel (10-11%) hebben bijgedragen aan het herstel.