Monique Leyenaar Hare Excellentie. Zestig jaar vrouwelijke ministers in Nederland

Sinds de jaren negentig komt internationaal het onderzoek naar vrouwelijk politiek leiderschap steeds meer op gang. Dit is een afspiegeling van de toename van vrouwelijke politieke leiders wereldwijd en ook in Europa, met name sinds de millenniumwisseling. In Nederland is die stijging ook zichtbaar. Vanaf de jaren zeventig, de tijd van de tweede feministische golf, is het percentage vrouwelijke leden van de Tweede Kamer gestadig gegroeid; begin maart 2017 bedroeg het met 57 vrouwen 38 procent. En ook begon na de jaren zeventig het aantal vrouwelijke ministers toe te nemen. Sinds het aantreden... Mehr ...

Verfasser: Ribberink, J.C.A.P.
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2017
Reihe/Periodikum: Ribberink , J C A P 2017 , ' Monique Leyenaar Hare Excellentie. Zestig jaar vrouwelijke ministers in Nederland ' , Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden , vol. 132 , no. 3 . https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10384
Schlagwörter: /dk/atira/pure/sustainabledevelopmentgoals/gender_equality / name=SDG 5 - Gender Equality
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27558276
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://research.vu.nl/en/publications/96a8a12c-326a-4afe-8a86-2fa7d856eb3d

Sinds de jaren negentig komt internationaal het onderzoek naar vrouwelijk politiek leiderschap steeds meer op gang. Dit is een afspiegeling van de toename van vrouwelijke politieke leiders wereldwijd en ook in Europa, met name sinds de millenniumwisseling. In Nederland is die stijging ook zichtbaar. Vanaf de jaren zeventig, de tijd van de tweede feministische golf, is het percentage vrouwelijke leden van de Tweede Kamer gestadig gegroeid; begin maart 2017 bedroeg het met 57 vrouwen 38 procent. En ook begon na de jaren zeventig het aantal vrouwelijke ministers toe te nemen. Sinds het aantreden van Marga Klompé in 1956 tot het einde van de jaren zeventig bleef het meestal bij één minister en/of één staatssecretaris (en een paar keer zelfs geen). Het was de periode van de ‘excuustruus’. Vanaf 1982 werden het twee vrouwelijke ministers, in de jaren negentig vier en sinds het jaar 2000 zijn het er gemiddeld vijf. Nederland slaat hiermee in vergelijking met andere West- en Noord-Europese landen een heel acceptabel figuur. Wat niet weg neemt dat dit slechts aangeeft dat er ook in de landen om ons heen nog veel te doen is op dit vlak. Verder past ons land in het internationale beeld dat het onderscheid tussen ‘vrouwelijke’ en ‘mannelijke’ ministeries geleidelijk aan minder is geworden. Voorbeelden van de eerste soort zijn maatschappelijk werk en cultuur, voorbeelden van de laatste defensie en economische zaken. Het wetenschappelijk onderzoek naar vrouwelijk politiek leiderschap in ons land heeft zich tot nu toe voornamelijk geconcentreerd op vrouwenorganisaties en de vertegenwoordiging van vrouwen in de diverse politieke instituties: gemeenteraden, provinciale staten, Tweede en Eerste Kamer en adviesraden. Behalve in het kader van studies naar het beleid van de diverse kabinetten bleven vrouwelijke ministers buiten beeld, op enkele biografieën na. In die lacune is nu voorzien door de Nijmeegse politicologe Monique Leyenaar. Zij heeft haar sporen verdiend met degelijke studies naar vrouwelijke politici in Noord-, Zuid- ...