De bestrijding van de coronacrisis van maart tot en met november 2020 vormde een uitzonderlijke episode in het Nederlandse binnenlands bestuur. In deze periode waren de voorzitters van de tot dan relatief onbekende veiligheidsregio’s verantwoordelijk voor de coronabestrijding, die daarbij de bindende aanwijzingen van de minister dienden op te volgen. De veiligheidsregiovoorzitters kwamen in dat kader bijeen in het Veiligheidsberaad, een overlegorgaan waarin zij de belangrijkste maatregelen met elkaar afstemden. Hoewel wij nauwelijks verschillen hebben gevonden tussen de geldende regels als zodanig, legden de veiligheidsregio’s wel eigen accenten op het terrein van de uitvoering van die regels. Op die manier bleven alle regio’s gelijkelijk bij de landelijke crisis-aanpak betrokken, terwijl zij tegelijkertijd recht konden doen aan de kenmerken van de eigen regio, en de onderlinge afstemming tussen burgemeesters binnen de veiligheidsregio konden vormgeven op een wijze die past bij de regionale bestuursstijl en -cultuur.