Reactie op "Veronderstelde toepassing van de Nederlandse Corporate Governance Code", MAB okt. 2014

1. In een bijdrage in het MAB van oktober 2014 verkennen Gerwin van der Laan en Michiel de Roo een belangrijk probleem bij het onderzoeken van de naleving van de Corporate Governance Code (‘Code’). Dit probleem bij de monitoring van de Code is gelegen in ‘veronderstelde toepassing’. In de nalevingsonderzoeken over de afgelopen jaren werd, indien in het jaarverslag niet vermeld wordt dat van een specifieke bepaling uit de Code is afgeweken, verondersteld dat de Code op dat punt wordt toegepast. Met andere woorden: als de vennootschap in het jaarverslag zwijgt en uit de Code geen expliciete publ... Mehr ...

Verfasser: Bart Bootsma
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2015
Reihe/Periodikum: MAB, Vol 89, Iss 4, Pp 155-158 (2015)
Verlag/Hrsg.: Pensoft
Schlagwörter: Business / HF5001-6182 / Business mathematics. Commercial arithmetic. Including tables / etc / HF5691-5716
Sprache: Englisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27529266
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://doi.org/10.5117/mab.89.31280

1. In een bijdrage in het MAB van oktober 2014 verkennen Gerwin van der Laan en Michiel de Roo een belangrijk probleem bij het onderzoeken van de naleving van de Corporate Governance Code (‘Code’). Dit probleem bij de monitoring van de Code is gelegen in ‘veronderstelde toepassing’. In de nalevingsonderzoeken over de afgelopen jaren werd, indien in het jaarverslag niet vermeld wordt dat van een specifieke bepaling uit de Code is afgeweken, verondersteld dat de Code op dat punt wordt toegepast. Met andere woorden: als de vennootschap in het jaarverslag zwijgt en uit de Code geen expliciete publicatieverplichting volgt, wordt er in het nalevingsonderzoek op vertrouwd dat de bepaling is toegepast. Dit wordt daarom ook wel het vertrouwensbeginsel genoemd.