Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Kerkstraat 99 te Alblasserdam (Zuid-Holland)

In september 2011 heeft Oranjewoud een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Kerkstraat 99 te Alblasserdam, gemeente Alblasserdam. De aanleiding van dit onderzoek is de herontwikkeling van het genoemde perceel, waarbij een woning wordt verbouwd/uitgebreid. Voorafgaand aan ruimtelijke ingrepen dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden. Het perceel heeft een dubbelbestemming "Waarde en Archeologie 1" (bestemmingsplan "Kom"). De gemeente Alblasserdam heeft aangegeven dat een archeologisch (bureau-)onderzoek benodigd is voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Dientengevo... Mehr ...

Verfasser: Kaptein, drs. I.N. (Oranjewoud BV)
Dokumenttyp: Text
Erscheinungsdatum: 2011
Verlag/Hrsg.: Oranjewoud BV
Schlagwörter: Archaeology / scheme=ABR-complex / code=EX / value=Economie / onbepaald / code=NX / value=Nederzetting / Archeologisch: bureauonderzoek / Archeologisch: booronderzoek
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27485996
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-6g05-rs

In september 2011 heeft Oranjewoud een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Kerkstraat 99 te Alblasserdam, gemeente Alblasserdam. De aanleiding van dit onderzoek is de herontwikkeling van het genoemde perceel, waarbij een woning wordt verbouwd/uitgebreid. Voorafgaand aan ruimtelijke ingrepen dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden. Het perceel heeft een dubbelbestemming "Waarde en Archeologie 1" (bestemmingsplan "Kom"). De gemeente Alblasserdam heeft aangegeven dat een archeologisch (bureau-)onderzoek benodigd is voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Dientengevolge is een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende én karterende boringen uitgevoerd met als doel het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Een gespecificeerde verwachting gaat in op de mogelijke aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en eventuele (mate van) verstoring van archeologische waarden binnen het plangebied. De hier bijbehorende onderzoeksvragen (paragraaf 3.1) hebben geleid tot het gespecificeerde archeologisch verwachtingsmodel zoals dit in paragraaf 4.2 is weergegeven. Het hierop volgende veldonderzoek had als doel het toetsen van de in het bureauonderzoek gestelde verwachtingen en het bepalen van het bodemprofiel, de mate van verstoring en de aan- of afwezigheid van vindplaatsen vast te stellen. Op basis van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat binnen het grootste gedeelte van het plangebied en in ieder geval tot 3,0 m - mv geen archeologische resten aanwezig lijken te zijn. Aanbevolen wordt dan ook om het grootste gedeelte van het plangebied tot in ieder geval 3,0 m - mv vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling. Rest echter de zone ter hoogte van boring 002. Aangezien hier op een diepte van 1,20 - 1,35 m - mv sprake lijkt te zijn van een archeologische laag, wordt aanbevolen hier niet dieper dan 1,0 m - mv te gaan graven. Indien dit wel noodzakelijk is, adviseren wij om deze ...