Dit boek is gewijd aan de beschrijving van de processen die de hedendaagse grammatica van de Nederlandse taal vormden en altijd nog vormen, namelijk aan grammaticalisatie. Deze publicatie is opgedeeld in drie delen. Het eerste deel behandelt de historische ontwikkeling van grammaticalisatie-studies als een taalwetenschappelijke subdiscipline sinds de 19de eeuw. In het tweede deel concentreert zich dit werk op de nieuwere trends op dit gebied. Er is onder andere aandacht besteed aan de beschrijving van grammaticalisatieprocessen in het kader van de constructiegrammatica die in de laatste jaren binnen de historische taalwetenschap steeds belangrijker is geworden. Verder is het thema evolutionair denken in de taalwetenschap op kritische wijze uitgelicht. In het laatste deel van deze publicatie zijn voorbeelden van verschillende grammaticalisatieprocessen in het kader van de naamwoordelijke, werkwoordelijke als ook de pragmatische sfeer uitgewerkt. In dit verband zijn ontwikkelingen beschreven die deels eeuwen geleden in de Oergermaanse tijd zijn begonnen, maar ook deels processen die pas in de recente jaren dankzij de nieuwe mogelijkheden van de digitale communicatie zijn ontstaan.