De ‘o’ van Lampe: ‘Je wilt in het gedicht blijven’.: De poëtische aanwezigheid van de dichterlijke stem ; Lampe's 'o': 'You want to stay in the poem'.: The poetic presence of the poetic voice

Kila van der Starre onderzoekt hoe de ‘o’ de poëtische aanwezigheid van de dichterlijke stem benadrukt in de poëzie van Astrid Lampe. Thomas Vaessens en Jos Joosten stellen in hun boek 'Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen' (2003) dat postmoderne dichters zich lijken te verzetten tegen de autonomieontwikkelingen waardoor de dichter volkomen buiten zijn werk is komen te staan. Door het woord 'o' te onderzoeken in de vier nieuwste bundels van Lampe laat Van der Starre zien dat de dichterlijke stem op een impliciete manier aanwezig is. Hiervoor houdt Van der Starre de vier functies van d... Mehr ...

Verfasser: van der Starre, Kila
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2012
Schlagwörter: Poetry / Dutch literature / Postmodernism / Jonathan Culler / Astrid Lampe / apostrophe
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27455698
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/314392

Kila van der Starre onderzoekt hoe de ‘o’ de poëtische aanwezigheid van de dichterlijke stem benadrukt in de poëzie van Astrid Lampe. Thomas Vaessens en Jos Joosten stellen in hun boek 'Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen' (2003) dat postmoderne dichters zich lijken te verzetten tegen de autonomieontwikkelingen waardoor de dichter volkomen buiten zijn werk is komen te staan. Door het woord 'o' te onderzoeken in de vier nieuwste bundels van Lampe laat Van der Starre zien dat de dichterlijke stem op een impliciete manier aanwezig is. Hiervoor houdt Van der Starre de vier functies van de apostrof aan die Jonathan Culler uiteenzet in zijn theorie over de apostrof (uit 1977 en 1985): de 'o' als een uiting van passie, de 'o' als manipulator van het universum, de 'o' die laat zien dat poëzie een gebeurtenis is, en de 'o' als schijnwerper op de dichter. Daarnaast onderzoekt Van der Starre de 'o' van Lampe als icoon voor de mond, wat verbonden is aan de dichterlijke stem. Interessant is dat, terwijl de poëzie van Lampe zich afzet tegen de traditionele apostrof (niet één keer wordt de 'o' als apostrof gebruikt zonder dat het op de hak genomen wordt), de 'o' hetzelfde veroorzaakt als hetgeen de traditionele apostrof veroorzaakt: de poëtische aanwezigheid van de dichterlijke stem wordt benadrukt. Het analyseren van een traditionele troop in postmoderne poëzie blijkt dus een boeiende lezing op te leveren, terwijl de poëzie zelf zich afzet tegen deze traditionele troop.