Waterverbruik bij beregening voor en na Beregenen Op Maat

Het voorliggende rapport is onderdeel van het project Beregenen Op Maat en is onderverdeeld in twee gedeelten. Het eerste gedeelte bespreekt een vergelijking tussen de vochthuishouding, gewasgroei en beregening in de werkelijke situatie in 1994 en 1995, en een gesimuleerde werkelijkheid voor zeven praktijkbedrijven in de Noord-Brabant. Voor het doorrekenen van de hydrologie en gewasproductie is gebruik gemaakt van het model SWAP 2.0. In alle gevallen leidt beregening volgens de criteria van de CLM-beregeningsplanner tot een lager waterverbruik dan bij de benadering van de werkelijke beregening... Mehr ...

Verfasser: Hoogland, T.
Schut, A.G.T.
de Groot, W.J.M.
Hack-ten Broeke, M.J.D.
Dokumenttyp: report
Erscheinungsdatum: 1998
Verlag/Hrsg.: Staring Centrum
Schlagwörter: agriculture / crops / growth / maize / netherlands / noord-brabant / soil water balance / sprinkler irrigation / water use / beregening met sproeiers / bodemwaterbalans / gewassen / groei / landbouw / maïs / nederland / watergebruik
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27222062
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://research.wur.nl/en/publications/waterverbruik-bij-beregening-voor-en-na-beregenen-op-maat

Het voorliggende rapport is onderdeel van het project Beregenen Op Maat en is onderverdeeld in twee gedeelten. Het eerste gedeelte bespreekt een vergelijking tussen de vochthuishouding, gewasgroei en beregening in de werkelijke situatie in 1994 en 1995, en een gesimuleerde werkelijkheid voor zeven praktijkbedrijven in de Noord-Brabant. Voor het doorrekenen van de hydrologie en gewasproductie is gebruik gemaakt van het model SWAP 2.0. In alle gevallen leidt beregening volgens de criteria van de CLM-beregeningsplanner tot een lager waterverbruik dan bij de benadering van de werkelijke beregening. De benadering van de werkelijke beregening geeft ten opzichte van beregening volgens de criteria van de CLM-beregeningsplanner in 23 gevallen een meeropbrengst, in vier gevallen een gelijke opbrengst en één keer een lagere opbrengst. De beregening van maosland volgens de criteria van de CLM-beregeningsplanner is in alle gevallen groter dan de beregening in het scenario waarin de werkelijke beregening wordt benaderd. Dit leidt tot aanzienlijk hogere gewasopbrengsten en een groter waterverbruik. Het tweede gedeelte van dit rapport heeft betrekking op de veranderingen in watergebruik voor beregening na introductie van de CLM-beregeningsplanner in 1996 op de zeven praktijkbedrijven en na introductie van de PR-beregeningswijzer in 1997 op vijf andere praktijkbedrijven. De gemiddelde waterbesparing op de `beregeningsplannerbedrijven' voor de jaren 1996 en 1997 bedraagt respectievelijk 30% en 70%. De variatie in het percentage waterbesparing als gevolg van onzekerheden in de invoergegevens ligt in 1996 tussen de 25% en 35%, en in 1997 tussen de 69% en 72%. De vijf praktijkbedrijven die in 1997 de PR-beregeningswijzer gebruikten bespaarden ten opzichte van de traditionele manier van beregenen in 1997 tussen de 57% en 79%.