Het onderzoek van het Romeinse marskamp bij Ermelo-Leuvenum, Nederland ; Rapportage Archeologische Monumentenzorg 146

Een lage wol en een dichtgegroeide gracht zijn de zichtbare overblijfselen van het Romeinse marskamp bij Leuvenum, in de gemeente Ermelo, provincie Gelderland. Het kamp is beschermd overeenkomstig de Monumentenwet. Deze publicatie Is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek dat In 1987 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in het kamp is uitgevoerd. In dat jaar is in opdracht van het Zuiveringsschap Veluwe een persleiding aangelegd voor het transport van rioolwater uit Kootwijkerbroek en tussenliggende gebieden naar de zuiveringsinstallatie bij Harderwijk. Het trac... Mehr ...

Verfasser: Hulst, R.S.
Dokumenttyp: Text
Erscheinungsdatum: 2007
Verlag/Hrsg.: Rijksdienst voor Archeologie
Cultuurlandschap en Monumenten
Schlagwörter: Archaeology
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27170166
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-a1-0ulj

Een lage wol en een dichtgegroeide gracht zijn de zichtbare overblijfselen van het Romeinse marskamp bij Leuvenum, in de gemeente Ermelo, provincie Gelderland. Het kamp is beschermd overeenkomstig de Monumentenwet. Deze publicatie Is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek dat In 1987 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in het kamp is uitgevoerd. In dat jaar is in opdracht van het Zuiveringsschap Veluwe een persleiding aangelegd voor het transport van rioolwater uit Kootwijkerbroek en tussenliggende gebieden naar de zuiveringsinstallatie bij Harderwijk. Het tracé van de leiding doorsneed het kamp en bij de wettelijke vergunning, die voor deze werken vereist was, is bedongen dat voorafgaand archeologisch onderzoek zou plaatsvinden. Het onderzoek is uitgevoerd tussen 8 mei en 24 juni 1987 en had betrekking op de gehele traverse van het kamp. De voornaamste materiaalkosten zijn door het Zuiveringsschap gedragen. Medewerking werd ook ontvangen van de Grontmij, die met de voorbereiding en het toezicht op de aanleg van de leiding was belast. De dagelijkse leiding van het onderzoek berustte bij H. ter Schegget, hoofd velddienst, tijdelijk geassisteerd door P. van Beest, veldtechnicus. Zij werden terzijde gestaan door gemiddeld 2 à 3 werknemers van het werkvoorzieningschap RWA, Amersfoort. Behulpzaam is steeds geweest E.J. Feenstra, amateurarcheoloog en correspondent ROB uit Ermelo. De wetenschappelijke leiding was in handen van schrijver dezes. Palynologisch onderzoek is gedaan door prof. dr. W. Groenman-van Waateringe, Instituut voor Pre- en Protohistorie, Universiteit van Amsterdam. Determinaties van houtskool en verkoolde zaden is uitgevoerd door drs. L. Kooistra en R. de Man, beiden ROB. De analyses van C14-monsters werden verricht door het Centrum voor Isotopen Onderzoek, Rijksuniversiteit Groningen. De resultaten van het onderzoek worden hierbij gepresenteerd. Bij de uitwerking werden wij als vanzelf geconfronteerd met vragen rond de interpretatie van het kamp. De opzet van deze ...