Met de formulering van de behoefte aan ca. 300 ha manoeuvreterrein, gelegen buiten het oefenterrein Havelte-West, was reeds in overleg met de Rijks Planologische Dienst een aantal varianten opgesteld. In het kader hiervan liet de projectgroep COT-minus Havelte, die belast is met het opstellen van een voorstel voor de locatie-keuze en waarin naast het Ministerie van Defensie de verschillende betrokken gedeconcentreerde rijksdiensten en de betrokken provinciale en gemeentelijke overheden zijn vertegenwoordigd, verschillende onderzoeken in het gebied uitvoeren. Een ervan was een archeologische inventarisatie die tot doel had meer inzicht te verschaffen in de archeologische waarden van het militaire oefenterrein Havelte-Oost. Hiervoor werd de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te Amersfoort ingeschakeld. Het onderzoek vond plaats vanuit het Biologisch-Archaeologisch Instituut (BAI) van de Rijksuniversiteit Groningen en werd door de auteur uitgevoerd in de periode 1 oktober 1986-1 mei 1987. Het rapport werd medio 1987 aan het Ministerie van Defensie aangeboden. Ten behoeve van deze NAR-uitgave is het enigszins aangepast en geactualiseerd. Zo ziet het er na uit dat er een kentering is opgetreden ten aanzien van de locatiekeuze. Waren aanvankelijk alleen varianten in beeld, waarbij het COT-minus geheel c.q. het zwaartepunt binnen de grenzen van het huidige militaire oefenterrein Haveite-Oost zou komen te liggen, momenteel vindt er een herbezinning plaats en is het niet uitgesloten dat het COT-minus zal worden ingericht op cultuurland. Hierbij wordt gedacht aan een gebied in de omgeving van Kallenkote en Wapserveen. De uitkomst van de milieu-effectrapportage zal in belangrijke mate bepalend zijn voor het vaststellen van de exacte begrenzing. Daarbij is de claim komen te vervallen op het gedeelte van het oefenterrein dat op twee kilometer of meer ten oosten van de Van Helomaweg is gelegen.