In deze studie is de planologische bescherming van archeologische waarden in de Noordoostgroningse gemeenten Appingedam, Bierum, Ten Boer, Delfzijl, Loppersum, Middelstum, Stedum en 't Zandt, beschouwd in het licht van overheidsdoe1steHingen op verschillende bestuursniveaus. De essentie van deze ruimtelijke doelstellingen was het streven naar behoud van archeologische of cultuurhistorische waarden. De probleemstelling luidde: - in hoeverre hebben het opstellen van archeologische monumentenlijsten ingevolge de Monumentenwet, het publiceren van de archeologische meldingskaart 1974 en andere op bescherming gerichte activiteiten van onder andere de ROB geleid tot een significante verandering in het ruimtelijke beleid ten aanzien van archeologische monumenten en meldingsgebieden in de geselecteerde gemeenten, en - in welke mate heeft men hierdoor bijgedragen aan het verwezenlijken van op verschillende bestuursniveaus geformuleerde doelstellingen betreffende het behoud van archeologisch of cultuurhistorisch waardevolle elementen?