Huizenbouw en percelering in de late middeleeuwen en nieuwe tijd ; Nederlandse Archeologische Rapporten 59 ; NAR 59

Deze publicatie presenteert de resultaten van een studie naar veranderingen in de huizenbouw en percelering in de late middeleeuwen en nieuwe tijd. De resultaten zijn gebaseerd op 67 onderzoeksrapporten over opgravingen uitgevoerd in 10 Nederlandse steden in de periode 1997-2014. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van het onderzoeksprogramma Oogst voor Malta van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen dit programma worden de resultaten van reeds uitgevoerde opgravingen onder de loep genomen. Onderzoeksgegevens worden op die manier omgezet in kennis. Deze studie werd uitgevoerd... Mehr ...

Verfasser: Cleijne, I.J. (BAAC)
Huijbers, A.M.J.H. (BAAC)
Brand, A.D. (Urban Integrity)
Gruben, R.J.W.M. (BAAC)
Dokumenttyp: Text
Erscheinungsdatum: 2017
Verlag/Hrsg.: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Schlagwörter: Archaeology
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27170144
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-5t-es40

Deze publicatie presenteert de resultaten van een studie naar veranderingen in de huizenbouw en percelering in de late middeleeuwen en nieuwe tijd. De resultaten zijn gebaseerd op 67 onderzoeksrapporten over opgravingen uitgevoerd in 10 Nederlandse steden in de periode 1997-2014. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van het onderzoeksprogramma Oogst voor Malta van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen dit programma worden de resultaten van reeds uitgevoerde opgravingen onder de loep genomen. Onderzoeksgegevens worden op die manier omgezet in kennis. Deze studie werd uitgevoerd door Bureau voor Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC). Voor elk van de 10 steden worden ontwikkelingen in de huizenbouw en percelering beschreven en worden overeenkomsten en verschillen tussen de steden aangewezen. Hiervoor zijn typologieën van funderingen en gebouwen opgesteld. Zo kon er een beeld worden geschetst van de ontwikkelingen in de afmetingen van stedelijke gebouwtypen, de gebruikte bouwmaterialen en de opbouw en de binnenindeling van gebouwen. Daarnaast is er zicht op de ontwikkelingen in kenmerken van verstening en verstedelijking zoals de toename van het gebruik van baksteen, van bebouwing op de rooilijn, verdiepingen en harde dakbedekkingen. Ook is een verklaring gezocht voor vastgestelde tendensen en ontwikkelingen met behulp van theoretische modellen. In een reflectie zijn vanuit de vakgebieden bouwhistorie en historische geografie aandachtspunten aangegeven voor toekomstig onderzoek. Dit wetenschappelijke rapport is bestemd voor archeologen, andere professionals en liefhebbers die zich bezighouden met archeologie.