Een vrouwengraf bij Koningsbosch en de Midden La Tène-periode in Zuid-Nederland ; Zuidnederlandse Archeologische Rapporten 34

Op 12 en 13 december 2005 is een kleine opgraving uitgevoerd ten noorden van Koningsbosch (gem. Echt), op een locatie die plaatselijk Troyseweg wordt genoemd (fig. 1-2). De aanleiding voor het onderzoek was de vondst in 2004 van een aantal metalen voorwerpen op een akker door de heer J. Hansen uit Linne. Het had er alle schijn van dat de vondsten afkomstig waren uit een ‘rijk’ graf uit de Late IJzertijd. Aangezien het graf betrekkelijk recent aangeploegd moest zijn, leek het verstandig snel waardestellend onderzoek te verrichten. Het waardestellend onderzoek heeft drie aanwijzingen opgeleverd... Mehr ...

Verfasser: Hiddink, Dr. H.A. (VUhbs archeologie)
Roymans, Prof. dr. N.G.A.M. (VUhbs archeologie)
Dokumenttyp: Text
Erscheinungsdatum: 2008
Schlagwörter: Archaeology / scheme=ABR-complex / code=GX / value=Begraving / onbepaald
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27169838
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-6s-5khu

Op 12 en 13 december 2005 is een kleine opgraving uitgevoerd ten noorden van Koningsbosch (gem. Echt), op een locatie die plaatselijk Troyseweg wordt genoemd (fig. 1-2). De aanleiding voor het onderzoek was de vondst in 2004 van een aantal metalen voorwerpen op een akker door de heer J. Hansen uit Linne. Het had er alle schijn van dat de vondsten afkomstig waren uit een ‘rijk’ graf uit de Late IJzertijd. Aangezien het graf betrekkelijk recent aangeploegd moest zijn, leek het verstandig snel waardestellend onderzoek te verrichten. Het waardestellend onderzoek heeft drie aanwijzingen opgeleverd die bevestigen dat op de kruising van de werkputten 1 en 2 inderdaad een graf aanwezig is geweest. In de eerste plaats zijn hier bij de aanleg van het vlak onderin de bouwvoor twee kleine bronsfragmenten aangetroffen (vondstnummer 1). Verder was in het vlak het 5 cm diepe restant van een verstoring zichtbaar (spoor 1.002). Blijkbaar is ter plaatse in het recente verleden gegraven, mogelijk bij het gebruik van een metaaldetector. De derde aanwijzing voor de aanwezigheid van een graf werd gevormd door de aanwezigheid van enkele minieme stukjes crematie en houtskool onderin de bouwvoor rond vondstnummer 1 en spoor 2. Het materiaal was te onbetekenend om het te verzamelen. Buiten spoor 1.002 zijn drie grondsporen aangetroffen. De sporen 2.001 en 2.002 waren (in vlak en profiel) onregelmatig gevormde houtskoolvlekken van maximaal 5 cm diep. Ter plaatse is geen spoor van crematieresten waargenomen. Toen spoor 1.001 tevoorschijn kwam, bestond even de indruk dat het hier wel om een grafkuil ging. Het spoor was een rechthoekige kuil van 1.30 bij 1.05 m, met een diepte van 32 cm en een komvormig profiel (fig. 7). De vulling bestond geheel uit houtskool, met alleen in het centrum wat grijs zand. Op grond van de afwezigheid van crematieresten, het formaat en de aard van de vulling was het duidelijk dat toch geen sprake van een graf was. De vorm en de vulling - veel houtskool en ‘loodgrijs’ zand - suggereert dat het een post-middeleeuws ...