Nederland : dichtheid der bevolking van elke gemeente naar de zevende volkstelling (Ulto. December 1889)

Kuyper heeft hier een zeer ambitieuze doelstelling, namelijk het zowel aangeven van de dichtheid als de spreiding van de bevolking, op basis van de gegevens van de 7de Volkstelling van 1889. De dichtheden worden in elf klassen aangegeven, van ‘Minder dan 25 inwoners per 100 ha’ (dus per vierkante kilometer) tot ‘Meer dan 4.000 inw.’; het grote aantal klassen maakt het in de kaart bijna onmogelijk om te zien tot welke klasse een gemeente precies behoort. De kaart is zeer gedetailleerd omdat hij de informatie per gemeente geeft en niet meer per kanton, zoals geschiedde bij de bevolkingsdichtheid... Mehr ...

Verfasser: Kuyper, J.
Smulders & Co., J.
Brill, E.J.
Dokumenttyp: Karte
Erscheinungsdatum: 1892
Verlag/Hrsg.: Brill
E.J.
Schlagwörter: Aardwetenschappen / Sociale Geografie en Planologie
Sprache: unknown
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27155901
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/13307

Kuyper heeft hier een zeer ambitieuze doelstelling, namelijk het zowel aangeven van de dichtheid als de spreiding van de bevolking, op basis van de gegevens van de 7de Volkstelling van 1889. De dichtheden worden in elf klassen aangegeven, van ‘Minder dan 25 inwoners per 100 ha’ (dus per vierkante kilometer) tot ‘Meer dan 4.000 inw.’; het grote aantal klassen maakt het in de kaart bijna onmogelijk om te zien tot welke klasse een gemeente precies behoort. De kaart is zeer gedetailleerd omdat hij de informatie per gemeente geeft en niet meer per kanton, zoals geschiedde bij de bevolkingsdichtheidkaart uit de 'Natuur- en staatshuishoudkundige atlas van Nederland' van Kuyper (1863, eveneens in deze collectie van gedigitaliseerde thematische kaarten). Maar bovendien wordt met gegradueerde symbolen per gemeente aangegeven in hoeverre ‘de kommen belangrijke invloed uitoefenen op de volkrijkheid der gemeente’ en er dus sprake is van geconcentreerde bewoning of dat die meer gelijkmatig verdeeld is. Heeft die kom een naam ,die afwijkt van die van de gemeente waarin hij valt, dan staat zijn naam tussen haken. Door de combinatie van de donkerder tinten voor de bevolkingsdichtheid en de grotere symbolen voor de kommen worden de verschillen tussen dun- en dichtbevolkt wat extremer voorgesteld. De dichthedentrap loopt ook niet overtuigend op in donkerte: de dichtheid 100-200 is in kleurtint niet te onderscheiden van de dichtheid 700-1.000. De differentiatie tussen de hogere waarde mag dan worden bemoeilijkt, er is wel erg goed van de kaart af te lezen dat de zandgronden nog erg dun bevolkt zijn in vergelijking met de rest van het land. Wat ook sterk opvalt zijn de hoge waarden voor de Groningse veenkoloniën, met zijn vroege industrialisatie.