Giften van gereformeerden aan maatschappelijke doelen in Nederland

Nederlanders de Vrije Universiteit te Amsterdam opgericht (Van der Zouwen, 1970 , p. 50). Vrijwillige bijdragen vormden niet alleen een belangrijk deel van het stichtingskapitaal, maar later ook van de financiering van de dagelijkse kosten. Sinds 1930 werd in gereformeerde huishoudens het spaarbusje van de Vrouwen VU-Hulp een bekend fenomeen. Er werd fanatiek gespaard om de pas gestichte eigen universiteit financieel te onderhouden. De inzameling was georganiseerd in een landelijk netwerk waarin in 1970 zo’n tienduizend vrijwilligers actief waren (Van der Zouwen, 1970, p. 51). De stichting van... Mehr ...

Verfasser: Bekkers, René
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2002
Reihe/Periodikum: Bekkers , R 2002 , ' Giften van gereformeerden aan maatschappelijke doelen in Nederland ' , Sociologische Gids , vol. 49 , no. 4 , pp. 386 . https://doi.org/10.1347/sogi.49.4.386.11343
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27152537
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://hdl.handle.net/11370/bab5402c-5bf2-448a-af00-81230a1d086e

Nederlanders de Vrije Universiteit te Amsterdam opgericht (Van der Zouwen, 1970 , p. 50). Vrijwillige bijdragen vormden niet alleen een belangrijk deel van het stichtingskapitaal, maar later ook van de financiering van de dagelijkse kosten. Sinds 1930 werd in gereformeerde huishoudens het spaarbusje van de Vrouwen VU-Hulp een bekend fenomeen. Er werd fanatiek gespaard om de pas gestichte eigen universiteit financieel te onderhouden. De inzameling was georganiseerd in een landelijk netwerk waarin in 1970 zo’n tienduizend vrijwilligers actief waren (Van der Zouwen, 1970, p. 51). De stichting van een eigen universiteit was een belangrijk punt in de emancipatie van het gereformeerde volksdeel. Maar ook nu de emancipatie van gereformeerden zich grotendeels heeft voltooid, zijn gereformeerden nog steeds zeer gulle gevers. Uit een onderzoek naar giften aan maatschappelijke doelen door individuen (Schuyt, 1999, tabel 49, p. 128) blijkt dat bijna de helft van de gereformeerden (47%) in 1997 een persoonlijke donatie gaf aan een van de maatschappelijke doelen in Nederland. Dat is relatief veel: van de doorsnee Nederlanders gaf een derde in dat jaar; onder katholieken en Nederlands Hervormden was dit respectievelijk 38% en 39%. Gereformeerden gaven volgens hetzelfde onderzoek ook meer geld: de gereformeerde groep in de steekproef gaf gemiddeld fl. 425,- terwijl het gemiddelde van de rest van de steekproef fl. 91,- bedroeg. De gereformeerden gaven dus bijna vijf maal zo veel. De gereformeerden, die minder dan één tiende van de Nederlandse bevolking uitmaken (in de steekproef 6,9%), waren daarmee verantwoordelijk voor meer dan een kwart (25,9%) van het totale bedrag aan giften aan maatschappelijke doelen.