Heiloo-Zandzoom zone 10 ; Op de flank Proefsleuven in plangebied Zandzoomzone 10, gemeente Heiloo (Noord-Holland)

Voor het veldonderzoek zijn acht proefsleuven van verschillende afmetingen gegraven. De ligging van de proefsleuven is vooraf deels bepaald aan de hand van bovengenoemd booronderzoek. Er is een oppervlakte van ca. 1004 m2 onderzocht. Dit is circa 4% van het plangebied en betreft voornamelijk het noordoostelijke deel van het terrein. In deze noordoost hoek zijn dan ook de meeste sporen aangetroffen, o.a. perceleringsgreppels, vier waterputten en enkele dierbegravingen. In twee waterputten is een aardige hoeveelheid goed geconserveerd materiaal gevonden. Een deel van deze vondsten duidt mogelijk... Mehr ...

Verfasser: Amsterdams Archeologisch Centrum (UvA)
Therkorn, L.L.
Kok, M.S.M.
Dokumenttyp: Dataset
Erscheinungsdatum: 2005
Verlag/Hrsg.: AAC/projectenbureau
Schlagwörter: Archaeology / Archeologisch: proefputten/proefsleuven
Sprache: Niederländisch
Englisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27125427
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-j6i-9c3

Voor het veldonderzoek zijn acht proefsleuven van verschillende afmetingen gegraven. De ligging van de proefsleuven is vooraf deels bepaald aan de hand van bovengenoemd booronderzoek. Er is een oppervlakte van ca. 1004 m2 onderzocht. Dit is circa 4% van het plangebied en betreft voornamelijk het noordoostelijke deel van het terrein. In deze noordoost hoek zijn dan ook de meeste sporen aangetroffen, o.a. perceleringsgreppels, vier waterputten en enkele dierbegravingen. In twee waterputten is een aardige hoeveelheid goed geconserveerd materiaal gevonden. Een deel van deze vondsten duidt mogelijk op bouwoffers. De langwerpige verhoging in het terrein, zoals vermeld in het programma van eisen (PvE) 3, geen zandopduiking, maar een recente ophoging. Het terrein was in het midden grotendeels verstoord, door ontginnen van veen of drainagewerkzaamheden. Het noordwesten van het terrein leverde recente bollenteeltsporen op. Verschillende malen werd het veen bekeken door met de graafmachine tot onder de veenlaag van ongeveer 80 cm te graven; dit gebeurd voornamelijk in het noordoostelijk deel van het terrein. Dit leverde geen aanwijzingen op voor gebruik of bewoning van het veen in prehistorische tijden. Het inventariserend veldonderzoek heeft sporen en vondsten uit de Vroege-Middeleeuwen, Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd opgeleverd. Een gekromde greppel in terreindeel 1 wijst mogelijk op een huisgreppel uit de Vroege-Middeleeuwen. De overige aangetroffen greppels en kuilen laten zien dat het terrein in de Late-Middeleeuwen een agrarische functie had. Een viertal waterputten, dierbegravingen en de restanten van een opslaghut wijzen op de aanwezigheid van een boerderij met erf in de 17e-en 18e eeuw. Een landkaart uit 1680 bevestigt de aanwezigheid van deze boerderij. Tijdens het onderzoek zijn geen concrete sporen van deze behuizing aangetroffen.