Transect-rapport 875: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase. Haarlem - H023 Oost. Gemeente Haarlem (Noord-Holland).

In januari 2016 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in het plangebied H023 Oost, gelegen in het oosten van de bebouwde kom van Haarlem (gemeente Haarlem). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van woningen in het gebied. Voor het plangebied geldt volgens het vigerende bestemmingsplan een archeologische waarde. Dit betekent dat voor de voorgenomen bodemingrepen, in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning een waardestellend archeologisch rapport nodig is. Voor een dergelijk rapport is archeologisch onderzoek nodig. D... Mehr ...

Verfasser: Nales, T (Transect)
Dokumenttyp: Dataset
Erscheinungsdatum: 2016
Schlagwörter: Archaeology
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27124887
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-vl-t2rs

In januari 2016 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in het plangebied H023 Oost, gelegen in het oosten van de bebouwde kom van Haarlem (gemeente Haarlem). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van woningen in het gebied. Voor het plangebied geldt volgens het vigerende bestemmingsplan een archeologische waarde. Dit betekent dat voor de voorgenomen bodemingrepen, in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning een waardestellend archeologisch rapport nodig is. Voor een dergelijk rapport is archeologisch onderzoek nodig. Dit rapport beschrijft de resultaten van de eerste, verkennende, fase van het archeologisch onderzoek. Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat in het onderzochte gebied een strandwallenlandschap, waarbij zowel in het zuidoostelijk deel als centraal in het plangebied een kleine strandwal aanwezig is. Beide vormen opduikingen in het strandzand die zijn bedekt met een dunne laag duinzand. Deze ruggen zijn bepalend voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied, vooral vanwege de hogere en (relatief) drogere ligging in het landschap. De ruggen worden omgeven door een natte strandvlakte, waarin met het sluiten van de kust getijdeafzettingen zijn afgezet. Na het sluiten van de kust rond 3.000 v. Chr. vernatte het gebied, waarna veenvorming kon optreden en het strandlandschap onder het veen verdween. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek zijn in het plangebied verwachtingszones gedefinieerd, waar op grond van de bodemopbouw en mate van intactheid van de bodem mogelijk vindplaatsen aanwezig kunnen zijn. Deze verwachtingszones zijn weergegeven in bijlage 13, waarbij een onderscheid is gemaakt in zones met een lage en een hoge verwachting. Het verdient de aanbeveling om de hoge verwachtingszones als dubbelbestemmingen in het huidige bestemmingsplan op te nemen/toe te voegen. Ook is voor deze zones een voorstel tot vervolgonderzoek geformuleerd, wanneer de zones met een hoge archeologische ...