Van een Westfriese naar een Noord-Hollandse stolp ; Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek op het perceel Noordeinde 36 in Lamberstchaag, gemeente Medemblik. ; West-Friese Archeologische Rapporten 126

In maart 2017 vond op het perceel Noordeinde 36 in Lambertschaag een archeologisch onderzoek plaats. Op het perceel stond tot dat moment een stolpboerderij. Onder de boerderij bleken sporen van oudere bewoning aanwezig te zijn. Mogelijk werd het gebied in de Bronstijd al gebruikt. Ergens in de Middeleeuwen is het gebied waartoe Lambertschaag behoort ontgonnen. Uit het archeologisch onderzoek blijkt dat op perceel Noordeinde 36 vanaf circa 1550 een huis stond. Op het terrein was een ophogingspakket aanwezig en daar doorheen was een waterput gegraven. Sporen van een huis zijn niet gevonden, moge... Mehr ...

Verfasser: Duijn, D.M. (Archeologie West Friesland)",Researcher,"Schrickx, C.P. (Archeologie West Friesland)
Dokumenttyp: Dataset
Erscheinungsdatum: 2019
Verlag/Hrsg.: Archeologie West Friesland
Schlagwörter: Archaeology / scheme=ABR-complex / code=NX / value=Nederzetting / onbepaald / stolpboerderij
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27124855
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-oa-c23r

In maart 2017 vond op het perceel Noordeinde 36 in Lambertschaag een archeologisch onderzoek plaats. Op het perceel stond tot dat moment een stolpboerderij. Onder de boerderij bleken sporen van oudere bewoning aanwezig te zijn. Mogelijk werd het gebied in de Bronstijd al gebruikt. Ergens in de Middeleeuwen is het gebied waartoe Lambertschaag behoort ontgonnen. Uit het archeologisch onderzoek blijkt dat op perceel Noordeinde 36 vanaf circa 1550 een huis stond. Op het terrein was een ophogingspakket aanwezig en daar doorheen was een waterput gegraven. Sporen van een huis zijn niet gevonden, mogelijk doordat de huisplaats voorafgaand aan de bouw van de stolpboerderij is afgevlakt en verbreed om een goed bouwvlak voor de boerderij te maken. De datering rond 1550 is gebaseerd op het dendrochronologisch onderzoek aan het hout van de ton van de waterput. Om wat voor huis het ging, valt niet te zeggen. Dit kan een stolpboerderij zijn geweest, die dan een eeuw later al is afgebroken, maar meer waarschijnlijk is dat het een eenvoudige (houten) langhuisboerderij was. De waterput is zeer opmerkelijk omdat dit een plaggenput was. De put bestond uit een houten ton met daarop een opbouw van kleiplaggen. Vooralsnog kenden we in deze regio plaggenputten uitsluitend uit de 12de-14de eeuw. De put toont aan de traditie van het maken van deze putten tot in de 16de eeuw bleef voortbestaan. Inmiddels waren bakstenen putten gangbaar. De put bleef tot in de 17de eeuw in gebruik, wat blijkt uit enkele scherfjes in de dempingslaag van de put. Geheel onderin de ton van de waterput bevond zich een organische laag met zaden van allerlei planten die op het erf en in de omgeving groeiden. In de 17de eeuw is op het perceel een stolpboerderij gebouwd. Deze boerderij is in januari 2017 afgebroken en hieraan voorafgaand bouwhistorisch en dendrochronologisch onderzocht. Op basis van het dendrochronologisch onderzoek aan het grenen vierkant kan de bouw in 1661/1662 worden geplaatst. Het vierkant was opvallend goed gebouwd: er is een mooie kwaliteit ...