Het eylandt West-Voorn of Goedereede met de dieptens en de droogtens ronds-omme, tot aan den Hoek van Hollandt, etc.

In de eerste helft van de 18de eeuw kampte het eiland Goeree met een sterke kustafslag. Dit zand hoopte zich weer op voor de marinehaven van Hellevoetsluis. De landmeter en waterbouwkundige Nicolaas Cruquius (1678-1754) werd hierover door de Staten van Holland om advies gevraagd, nadat eerdere ‘reddingsplannen’ door andere landmeters jammerlijk waren gestrand. Cruquius stelde voor om een onderzoek te doen naar de kustgesteldheid van het eiland Goeree en naar de getijstromen. De bevindingen van dat onderzoek dienden op een kaart van het eiland en omgeving ingetekend te worden. De hier gepresent... Mehr ...

Dokumenttyp: Karte
Erscheinungsdatum: 1733
Schlagwörter: Waterstaat
Sprache: unknown
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27115322
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/274114

In de eerste helft van de 18de eeuw kampte het eiland Goeree met een sterke kustafslag. Dit zand hoopte zich weer op voor de marinehaven van Hellevoetsluis. De landmeter en waterbouwkundige Nicolaas Cruquius (1678-1754) werd hierover door de Staten van Holland om advies gevraagd, nadat eerdere ‘reddingsplannen’ door andere landmeters jammerlijk waren gestrand. Cruquius stelde voor om een onderzoek te doen naar de kustgesteldheid van het eiland Goeree en naar de getijstromen. De bevindingen van dat onderzoek dienden op een kaart van het eiland en omgeving ingetekend te worden. De hier gepresenteerde kaart van de zeegaten bij Goeree en Voorne vormt het eindresultaat. Eén van Cruquius’ voorstellen tot verbetering van de situatie was de aanleg van een dam over de slikken en schorren tussen beide eilanden. Deze geprojecteerde dam figureert dan ook op de kaart. Mede door problemen met kustafslag bij Delfland kon Cruquius zich niet volledig concentreren op de problematiek van de Zuid-Hollandse Eilanden. De voltooiing van de kaart liet daarom lang op zich wachten. Weliswaar had Cruquius in 1729 de zuidkust van Goeree gekarteerd, maar de noord- en westkust lieten tot 1731 op zich wachten. En pas in december 1732 leverde hij de manuscriptkaart in. Ondanks die vertraging viel de kaart bij de bestuurders in goede aarde en besloot men hem in druk uit te geven. De kaart verscheen in een beperkte oplage, waarbij de gravure in handen was van David Koster en de belettering van Klaas Condet. Ook die gravure en belettering namen relatief veel tijd in beslag, waardoor de definitieve kaart en het eindrapport van Cruquius pas in juli 1734 bij de Statenresolutie werden gevoegd. Kenmerkend voor de kaart is het stelsel van dieptelijnen, die Cruquius enkele jaren eerder op zijn kaart van de Merwede (1729-1731) had geïntroduceerd. Verder valt op dat de kustcontouren van enkele oudere kaarten zijn verwerkt. Dit betreft de geschilderde overzichtskaart van het Hoogheemraadschap van Delfland door Matthijs de Been van Wena uit 1606 en een ...