Archeologische Rapporten Oranjewoud 2008/83. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek voor het tracé van de Noordelijke Randweg te Hellevoetsluis (Zuid-Holland) ; Een karterend booronderzoek

Op basis van de bureaustudie is het plangebied een middelhoge tot hoge kans toegekend op de aanwezigheid van archeologische waarden uit de periode IJzertijd/Romeinse Tijd en mogelijk uit het Laat-Neolithicum/Vroege Bronstijd. Tevens luidde de verwachting dat de antropogene bodemverstoring binnen het plangebied beperkt is gebleven tot de bovenste 50 cm, met uitzondering van het uiterste oosten van het gebied waar mogelijk al bodemverstorende werkzaamheden zouden zijn uitgevoerd ten behoeve van de randweg en de locaties waar drainagepijpen en andere leidingen aanwezig zijn. Daarnaast werd rekeni... Mehr ...

Verfasser: Teekens, Drs. P.C.",Oranjewoud,Teekens
Dokumenttyp: Definitief rapport met alle bijlagen
Erscheinungsdatum: 2009
Verlag/Hrsg.: Oranjewoud BV
Schlagwörter: Archaeology / Archeologisch: booronderzoek / scheme=ABR-complex / code=NX / value=Nederzetting / onbepaald
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-27098046
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-9zo-5no

Op basis van de bureaustudie is het plangebied een middelhoge tot hoge kans toegekend op de aanwezigheid van archeologische waarden uit de periode IJzertijd/Romeinse Tijd en mogelijk uit het Laat-Neolithicum/Vroege Bronstijd. Tevens luidde de verwachting dat de antropogene bodemverstoring binnen het plangebied beperkt is gebleven tot de bovenste 50 cm, met uitzondering van het uiterste oosten van het gebied waar mogelijk al bodemverstorende werkzaamheden zouden zijn uitgevoerd ten behoeve van de randweg en de locaties waar drainagepijpen en andere leidingen aanwezig zijn. Daarnaast werd rekening gehouden met erosie van de top van het Hollandveen door latere overstromingen, waardoor eventueel aanwezige waarden ook zouden kunnen zijn verstoord. Het veldonderzoek heeft aangetoond dat de bodemverstoring inderdaad is zoals werd verwacht. Over het algemeen is de antropogene bodemverstoring beperkt gebleven tot de eerste 50 cm van het bodemprofiel, met enkele uitschieters naar 80 cm - mv. Zoals al werd verwacht is het uiterste oosten van het plangebied tot op grotere diepte verstoord als gevolg van voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de randweg en een al reeds aangelegde rotonde. De natuurlijke bodemverstoring is ook min of meer zoals werd verwacht; binnen een deel van het plangebied is de top van het Hollandveen geërodeerd, waarbij eventueel aanwezige archeologische waarden zullen zijn weggespoeld of aangetast. Hiernaast zijn er enkele zones aangetroffen waar het veen nog redelijk intact is, getuige een meer dan 10 cm dik (en vaak 30 à 50 cm dikke) laag matig tot sterk veraard veen. Het feit dat het veen veraard is, wijst erop dat het veen een tijdlang minder nat en dus droger is geweest. Dit kan het gevolg zijn van ontwatering door een in de directe omgeving aanwezige geul (zoals die mogelijk binnen het plangebied is aangetroffen). Een andere mogelijkheid is dat deze ontwatering het gevolg is van menselijk ingrijpen in de IJzertijd/Romeinse Tijd. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de kans op de ...