Inherited Spatial Forms, discontinuities and wooded areas - Northern France and Benelux, Hercynian and Eastern European adventures ; Formes spatiales héritées, discontinuités et espaces boisés - France du Nord et Benelux, escapades hercyniennes et slaves

Samenvatting: overgeleverde ruimtelijke vormen, discontinuiteiten en bebost terrein - Noord-Frankrijk en de Benelux, Hercynische en Slavische escapades Andre Meynier bestudeerde als erfgenaam van de Franse rurale geografie, met behulp van afstandsmetingen, de vorm van bospercelen en ontdekte percelen in de vorm van een ellips, die hij "ellipses bocageres" noemde. Hij wijdde er verschillende artikelen aan, onder andere "les ensembles cadastraux circulaires en Bretagne" (ronde cadastrale eenheden in Bretagne) (Rennes, 1945) en "la genese du parcellaire Breton" (ontwikkeling van het Bretons perce... Mehr ...

Verfasser: Dumouch, Rodolphe
Dokumenttyp: doctoralThesis
Erscheinungsdatum: 2011
Verlag/Hrsg.: HAL CCSD
Schlagwörter: Epistemology / Boundaries / Borders / Discontinuities / Spatials Forms / Long Historical Time / Rural Geography / forest / Belgium / The Netherlands / Slavonic Countries / épistémologie / frontières / discontinuités / formes spatiales / temps long / héritage / géographie rurale / forêts / France / Belgique / Pays-Bas / monde slave / [SHS.GEO]Humanities and Social Sciences/Geography
Sprache: Französisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26947940
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://theses.hal.science/tel-00594907

Samenvatting: overgeleverde ruimtelijke vormen, discontinuiteiten en bebost terrein - Noord-Frankrijk en de Benelux, Hercynische en Slavische escapades Andre Meynier bestudeerde als erfgenaam van de Franse rurale geografie, met behulp van afstandsmetingen, de vorm van bospercelen en ontdekte percelen in de vorm van een ellips, die hij "ellipses bocageres" noemde. Hij wijdde er verschillende artikelen aan, onder andere "les ensembles cadastraux circulaires en Bretagne" (ronde cadastrale eenheden in Bretagne) (Rennes, 1945) en "la genese du parcellaire Breton" (ontwikkeling van het Bretons perceel) (Norois, Poitiers, 1966). Het onderwerp raakte allengs in de vergetelheid na de revolutie binnen de geografische wetenschap in Frankrijk gedurende de zestiger en zeventiger jaren, een lot dat trouwens de hele morfologische rurale geografie was beschoren. In de voorliggende these wordt het onderwerp, uitgebreid met de idee van de "forme spatiale herite" (overgeleverde ruimtelijke vorm) en dus in Braudelliaanse zin gelieerd aan het verre verleden, weer opgediept om te onderzoeken of het ook nog houdbaar blijkt in het licht van de paradigma's van de hedendaagse geografie. Hoe kan het verleden, dat soms als blijvend en stilstaand schijnt, zeker vanuit de actualiteit, worden opgenomen in een tot dynamiek geroepen geografie? Hoe zouden nieuwe stromingen binnen de geografie zich kunnen inlaten met een onderwerp dat op het eerste gezicht zo ouderwets overkomt? De betreffende gedachten zoeken een ingang tot alle stromingen binnen de geografie en wijzen geen enkele af. Het doel is om ook een dialectiek te ontwikkelen die de duidelijke paradoxen overstijgt. Om deze problematieken te onderzoeken, zijn de "formes spatiales heritees" niet langer in Bretagne gezocht, maar in Noord-Frankrijk en in de Benelux, waar beboste gebieden met name in de Ardennen een grote rol spelen in de begrenzing van akkerbouwgebieden; het zijn ook grensruimten, waardoor ze in relatie gebracht kunnen worden met open ruimtes, discontinuiteiten. Die ruimte op ...