Geliefd en gevreesd:Duits toneel in Nederland rond 1800

Omstreeks 1800 werd de Nederlandse toneelwereld overspoeld met vertalingen uit het Duits. Tot dan toe had het Fransclassicistische toneel over de verheven wereld van koningen en helden een monopoliepositie gehad in de theaters. In dit nieuwe Duitse toneel stond de burger centraal. Bij het publiek was het immens populair. Met name het werk van August von Kotzebue veroorzaakte een hype. De Nederlandse toneelcritici daarentegen kraakten dit wat zij noemden ‘vreemd uitbraakzel’ genadeloos af. Hoe kwam het dat dit Duitse toneel zoveel ophef veroorzaakte? Inzicht in de aard en functie ervan in Neder... Mehr ...

Verfasser: Groot, K.E.
Dokumenttyp: doctoralThesis
Erscheinungsdatum: 2010
Verlag/Hrsg.: Rijksuniversiteit Groningen
Schlagwörter: August Friedrich Ferdinand von Kotzebue (1761-1819) / Proefschriften (vorm) / Verlichting (cultuurgeschiedenis) / Duits / Toneelstukken / Toneel / 1800-1810 / 1750-1800 / Nederland / geschiedenis van het toneel
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26763844
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://hdl.handle.net/11370/c6f79875-7d67-420e-ab9e-ea3b52004e26

Omstreeks 1800 werd de Nederlandse toneelwereld overspoeld met vertalingen uit het Duits. Tot dan toe had het Fransclassicistische toneel over de verheven wereld van koningen en helden een monopoliepositie gehad in de theaters. In dit nieuwe Duitse toneel stond de burger centraal. Bij het publiek was het immens populair. Met name het werk van August von Kotzebue veroorzaakte een hype. De Nederlandse toneelcritici daarentegen kraakten dit wat zij noemden ‘vreemd uitbraakzel’ genadeloos af. Hoe kwam het dat dit Duitse toneel zoveel ophef veroorzaakte? Inzicht in de aard en functie ervan in Nederland is zowel relevant voor de theatergeschiedenis als voor het onderzoek naar de Nederlandse Verlichting. Op basis van de stukken zelf, recensies, parodieën en repertoiregegevens is de Nederlandse receptie in kaart gebracht. Voor een beter beeld steunt deze studie tevens op een bescheiden vergelijking met de Duitse receptie, waaraan de Nederlandse kritiek deels schatplichtig bleek. De selectie van meest opgevoerde en uitgegeven stukken kwam overeen met de mate van aandacht in de pers. Zo werd zowel de mening van het anonieme publiek als die van de critici verdisconteerd. De Duitse stukken zouden oude vormregels schenden en de inhoud ervan – overspel, opstand en goddeloosheid waren populaire verlichte thema’s in dit als tweederangs beschouwde toneel – zou een slechte invloed hebben op de zeden van vooral het vrouwelijke deel van het publiek, volgens toneelcritici. Ze gaven de voorkeur aan oorspronkelijke Nederlandse toneelstukken waarin de nationale identiteit werd uitgedragen. Met het Duitse toneel werd zowel de Verlichting als de profilering van de eigen natie gestimuleerd.