In het kader van de aanleg van de Hogesnelheidslijn heeft tracebegeleiding plaatsgevonden door opdrachtnemers en door de Projectgroep Archeologie HSL. Het onderzoeksgebied is opgedeeld in drie deelgebieden. In elk van deze deelgebieden heeft een begeleiding plaatsgevonden door een opdrachtnemer (RAAP of ADC), en een begeleiding door de PAH. Deze dataset betreft de data van de tracebegeleiding uitgevoerd door het RAAP bij de Boortunnel tussen Leiderdorp en Hazerswoude. Dit betreft het noordelijke gebied van de HSL, dat Noordelijk Holland genoemd wordt. Het betreft algemene data. Er is geen unieke rapportage van de tracebegeleiding gemaakt. Voor nadere informatie zie de eindpublicatie van de HSL: RAM 113. Aangezien de tunnel onder het Groene Hart is aangelegd met een TunnelBoorMachine konden de werkzaamheden ondergronds niet worden begeleid. De tracebegeleiding bestond daarom uit het verzamelen van vondstmateriaal uit het vrijgekomen sediment. Na het eerste halfjaar van tunnelbegeleiding heeft evaluatie plaatsgevonden. Vastgesteld werd dat duidelijke archeologische artefacten ontbraken in het vondstspectrum. Daarbij kon in het algemeen niet met zekerheid worden vastgesteld uit welke formatie en welk sediment de individuele vondsten komen. Nadat de tunnelboring over een lengte van bijna 1,5 kilometer is begeleid is besloten de activiteiten stop te zetten.