Hollandse Hout, beektracés bosperceel Torenvalkweg-Knardijk-Lage(Dwars-)Vaart, Gem. Lelystad (FL) ; Transect-rapport 650

Er is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een bosperceel in het Hollandse Hout in Lelystad (figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de noodzaak om binnen het perceel het bosbestand op te schonen, vanwege onder andere de Elzentakziekte. Daarbij wordt overwogen om aansluitend het bosperceel recreatief aantrekkelijker te maken door er beektracés in aan te leggen. De geplande beektracés zijn in bijlage 1 afgebeeld. Vanwege de hiervoor noodzakelijke ontgrondingen moet een omgevingsprocedure worden doorlopen. Conform de archeologische waarden- en verwachtingenkaart i.c. maatregelenk... Mehr ...

Verfasser: Kerkhoven, A.A (Transect)
Dokumenttyp: Dataset
Erscheinungsdatum: 2015
Schlagwörter: Archaeology
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26736010
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-fn-89e3

Er is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een bosperceel in het Hollandse Hout in Lelystad (figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de noodzaak om binnen het perceel het bosbestand op te schonen, vanwege onder andere de Elzentakziekte. Daarbij wordt overwogen om aansluitend het bosperceel recreatief aantrekkelijker te maken door er beektracés in aan te leggen. De geplande beektracés zijn in bijlage 1 afgebeeld. Vanwege de hiervoor noodzakelijke ontgrondingen moet een omgevingsprocedure worden doorlopen. Conform de archeologische waarden- en verwachtingenkaart i.c. maatregelenkaart van de gemeente Lelystad (zie bijlage 1) is in het kader van deze procedure strikt genomen geen archeologisch vooronderzoek vereist, daar de geplande beektracés op deze kaart in een zone met een lage archeologische verwachting liggen. Toch heeft Staatsbosbeheer besloten om wel een archeologisch vooronderzoek uit te laten voeren, gezien de verwachte ondiepe ligging van het dekzand binnen met name het zuidoostelijke deel van het bosperceel en van hieruit het risico op het aantreffen van archeologische waarden. Uit het vooronderzoek blijkt dat zich in de zuidoostelijke randzone van het plangebied de westelijke uitloper van de Knar bevindt. De Knar is een dekzandrug waarop meerdere steentijdvindplaatsen bekend zijn. Uit het onderzoek blijkt ook dat de geplande beektracés buiten deze flankzone liggen en als zodanig in een lager deel van het oorspronkelijke dekzandlandschap zijn geprojecteerd. Hoewel de uitgevoerde boringen zeker niet als een volledig verkennend booronderzoek zijn op te vatten, geven ze samen met de boorgegevens uit het digitaal boorbestand van de voormalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) wel een goed beeld van de hoofdlijnen van het oorspronkelijke dekzandlandschap. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat het risico op het verstoren van archeologische waarden in de geplande beektracés acceptabel is. Dit mede gezien het feit dat het relatief lokale en lijnvormige bodemingrepen betreffen. ...