Rangwijziging van pandrechten ; Ranking of rights of pledge (according to Dutch law)

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 9 april 2021 (Van Dooren q.q./Holding) art. 3:262 BW, dat betrekking heeft op de rangwijziging van hypotheekrechten en beperkte genotsrechten op hetzelfde registergoed, analoog van toepassing verklaard ten aanzien van pandrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud en strekking van art. 3:262 BW, de discussies in de literatuur over de mogelijke analoge toepassing van dit wetsartikel op pandrecht vóórdat dit arrest in 2021 door de Hoge Raad werd gewezen, alsmede op enkele juridische en praktische kwesties naar aanleiding van dit arrest. Aan de orde... Mehr ...

Verfasser: Mellenbergh, Rik
Dokumenttyp: Artikel
Erscheinungsdatum: 2023
Reihe/Periodikum: Mellenbergh , R 2023 , ' Rangwijziging van pandrechten ' , Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht , vol. 2023 , no. 2 , 2023/6 , pp. 37-50 . < https://www.inview.nl/document/id9aca8c35f5ba45c6bdb9e8a56c45245b?ctx=WKNL_CSL_87 >
Schlagwörter: Pandrecht / Rangorde / Analoge toepassing / Art. 3:262 BW / HR Van Dooren qq/Holding dd 9 april 2021 / Herverpanding / /dk/atira/pure/sustainabledevelopmentgoals/peace_justice_and_strong_institutions / name=SDG 16 - Peace / Justice and Strong Institutions / /dk/atira/pure/sustainabledevelopmentgoals/good_health_and_well_being / name=SDG 3 - Good Health and Well-being
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26687011
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://research.vu.nl/en/publications/986c2f67-fe28-4a4e-b35e-b8498279cd07

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 9 april 2021 (Van Dooren q.q./Holding) art. 3:262 BW, dat betrekking heeft op de rangwijziging van hypotheekrechten en beperkte genotsrechten op hetzelfde registergoed, analoog van toepassing verklaard ten aanzien van pandrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud en strekking van art. 3:262 BW, de discussies in de literatuur over de mogelijke analoge toepassing van dit wetsartikel op pandrecht vóórdat dit arrest in 2021 door de Hoge Raad werd gewezen, alsmede op enkele juridische en praktische kwesties naar aanleiding van dit arrest. Aan de orde komen de vraag of voor de (goederenrechtelijke) rechtsgeldigheid van een rangwijziging medewerking van de pand- of hypotheekgever is vereist, de problematiek van de vaak geringe kenbaarheid van stille pandrechten op niet-registergoederen, de (on)mogelijkheid van rangwijziging tussen beperkte genotsrechten onderling, en herverpanding. Tenslotte wordt in dit artikel kort aandacht besteed aan de opmerkingen van de Hoge Raad ten aanzien van de wijze en reikwijdte van parate executie van pandrechten op vorderingen door de hoogst gerangschikte pandhouder.