Receptiegolven: De primaire, secundaire en tertiaire receptie van Augustijnkens werk (1358-2015)

De teksten van Augustijnken vinden publiek sinds zij in de veertiende eeuw geschreven werden. Dit onderzoek brengt die receptie in drie fasen in beeld. In de primaire receptiegolf reisde Augustijnken zelf langs diverse plaatsen binnen en buiten de Lage Landen om zijn teksten ten gehoor te brengen. Dit onderzoek laat zien dat Augustijnken vooral in en vanuit de Hollandse steden Den Haag en (met name) Schoonhoven opereerde. In de secundaire receptiegolf – nadat de auteur was overleden – werden Augustijnkens teksten in (minstens) negen verzamelhandschriften opgeschreven. Diverse zaken vallen daar... Mehr ...

Verfasser: Bouwmeester, G.
Dokumenttyp: Dissertation
Erscheinungsdatum: 2016
Verlag/Hrsg.: Utrecht University
Schlagwörter: Medieval literature / manuscripts / codicology / textual instability / Augustijnken / Middle Dutch
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26680543
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/331046

De teksten van Augustijnken vinden publiek sinds zij in de veertiende eeuw geschreven werden. Dit onderzoek brengt die receptie in drie fasen in beeld. In de primaire receptiegolf reisde Augustijnken zelf langs diverse plaatsen binnen en buiten de Lage Landen om zijn teksten ten gehoor te brengen. Dit onderzoek laat zien dat Augustijnken vooral in en vanuit de Hollandse steden Den Haag en (met name) Schoonhoven opereerde. In de secundaire receptiegolf – nadat de auteur was overleden – werden Augustijnkens teksten in (minstens) negen verzamelhandschriften opgeschreven. Diverse zaken vallen daarbij op. Op de eerste plaats zijn Augustijnkens teksten instabiel overgeleverd: als een tekst in twee of meer handschriften is opgeschreven, resulteert dat altijd in uiteenlopende versies. De mate waarin de versies uiteenlopen en de consequenties van die variatie verschillen. Ten tweede zijn tekstcollecties waarin Augustijnkens teksten te vinden zijn divers, zowel inhoudelijk (van overwegend religieuze collecties tot vooral wereldlijke) als kwantitatief (van collecties met tien teksten tot vele honderden). Wat ten slotte opvalt aan de fysieke kant van de codices waarin Augustijnkens teksten zijn overgeleverd, is dat ook daar van diversiteit sprake is (Augustijnkens teksten zijn geografisch gespreid overgeleverd, in zeer verschillende codices (sober, luxueus, met en zonder illustraties)). In de tertiaire receptiegolf staat het onderzoek centraal en wordt in kaart gebracht wanneer, door wie en met welke redenen er onderzoek is gedaan naar Augustijnkens werk. Dit deel van het proefschrift laat zien dat Augustijnken al sinds de negentiende eeuw aandacht krijgt, maar dat het licht nooit volledig op hem gericht is.