Archeologisch booronderzoek Oudelanderweg-Alkmaarseweg te Middenmeer, gemeente Hollandse Kroon (NH)

Aanleiding tot het onderzoek is de toekomstige realisatie van twee pluimveebedrijven op de locatie aan de Oudelanderweg, nabij huisnummer 51, te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon (Noord-Holland). In 2008 is door Grontmij B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de onderzoekslocatie. Het onderhavige onderzoek is gebaseerd op de aanbevelingen uit dit bureauonderzoek. Uit het booronderzoek blijkt dat het grootste deel van het onderzoeksgebied gekenmerkt wordt door slappe ongerijpe kleiafzettingen, deels op een ondergrond van matig grof zand. Deze afzettingen zijn kenmerkend voor geul... Mehr ...

Verfasser: Spoelstra, drs. A. (MUG Ingenieursbureau b.v.)
Roller, drs. ing. G.J. de
Dokumenttyp: Text
Erscheinungsdatum: 2012
Verlag/Hrsg.: MUG Ingenieursbureau b.v.
Schlagwörter: Archaeology / Archeologisch: booronderzoek
Sprache: Niederländisch
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-28660241
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : http://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-td11-wt

Aanleiding tot het onderzoek is de toekomstige realisatie van twee pluimveebedrijven op de locatie aan de Oudelanderweg, nabij huisnummer 51, te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon (Noord-Holland). In 2008 is door Grontmij B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de onderzoekslocatie. Het onderhavige onderzoek is gebaseerd op de aanbevelingen uit dit bureauonderzoek. Uit het booronderzoek blijkt dat het grootste deel van het onderzoeksgebied gekenmerkt wordt door slappe ongerijpe kleiafzettingen, deels op een ondergrond van matig grof zand. Deze afzettingen zijn kenmerkend voor geulen en meerbodems. In de boringen 7, 9, en 10 komen op een diepte van circa 1 m siltige zanden voor die kenmerkend zijn voor oeverwalafzettingen. In de boringen 33 t/m 35 lopen deze sedimenten door tot aan het maaiveld. Binnen deze oeverwalsedimenten kunnen archeologische resten verwacht worden. Uit de boringen blijkt echter dat er geen bodemvorming in de oeverwalsedimenten aanwezig archeologische indicatoren aangetroffen. Mogelijk is de top van de oeverwal daarom niet meer geheel intact. In de boringen 33 t/m 35, waar de oeverwal doorloopt tot het maaiveld lijkt de kans op verstoring groot. In de boringen 7, 9 en 10 gaat de oeverwal scherp over in de afdekkende kleilagen wat kan duiden op verstoringen in de top van de oeverwal, hoewel dit niet zeker is. De kans dat zich binnen het onderzoeksgebied een archeologische vindplaats bevindt is daarom niet groot, maar de aanwezigheid ervan kan niet worden uitgesloten.