Kaart der bosschen in Nederland

Zoals ook al blijkt uit het feit, dat Blink (1852-1931) de auteur was van de kaarten in de atlas van Everwijn (zie elders in deze collectie gedigitaliseerde kaarten), was Blink rond de wisseling van de 19de naar de 20ste eeuw wegbereider van de thematische kartografie. Na de belangrijke periode rond 1860 is hij als eerste weer een vernieuwer in de zin van dat hij conclusies laat trekken uit de vergelijking van kaarten en – als wegbereider van de vakrichting der economische geografie in Nederland – daardoor de belangrijkste producent van sociaal-economische kaarten is in ons land vóór 1960. Het... Mehr ...

Verfasser: Blink, Hendrik
Dokumenttyp: Karte
Erscheinungsdatum: 1892
Verlag/Hrsg.: Afdeling Amsterdam; Nederlandsche Heidemaatschappij; Smulders & Co.
J.
Schlagwörter: Sociale Geografie en Planologie / Aardwetenschappen
Sprache: unknown
Permalink: https://search.fid-benelux.de/Record/base-26767177
Datenquelle: BASE; Originalkatalog
Powered By: BASE
Link(s) : https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/13301

Zoals ook al blijkt uit het feit, dat Blink (1852-1931) de auteur was van de kaarten in de atlas van Everwijn (zie elders in deze collectie gedigitaliseerde kaarten), was Blink rond de wisseling van de 19de naar de 20ste eeuw wegbereider van de thematische kartografie. Na de belangrijke periode rond 1860 is hij als eerste weer een vernieuwer in de zin van dat hij conclusies laat trekken uit de vergelijking van kaarten en – als wegbereider van de vakrichting der economische geografie in Nederland – daardoor de belangrijkste producent van sociaal-economische kaarten is in ons land vóór 1960. Het door hem in 1910 opgerichte ‘Tijdschrift voor Economische Geografie’ heeft altijd uitgemunt in het visualiseren van statistieken, wat later door zijn opvolgers Tamsma en Pellenbarg is voortgezet. De verschillende tinten geven aan welk aandeel van elke gemeente door bos wordt ingenomen, het is gebaseerd op metingen (planimetrering) gedaan op grootschalige topografische kaarten. Griendhout wordt daarop met een afwijkende signatuur aangegeven; dat aspect is niet in de oppervlaktetinten meegenomen, maar wordt apart met rode cijfers per gemeente aangegeven. Op de Utrechtse Heuvelrug blijkt men al met de grote bebossingsprojecten te zijn begonnen, op de Veluwe nog nauwelijks en ook de Waddeneilanden missen nog de grote boscomplexen door Staatsbosbeheer aangeplant. De kaart is een goed voorbeeld van de visualisering van statistische gegevens, om zo een beter inzicht te geven in de geografische verbreiding van verschijnselen – en dus ook van de mogelijkheden van houtaanvoer, bijvoorbeeld voor mijngangen – in het land. Bij de kaart hoort een toelichting waarin per kadastrale gemeente een overzicht wordt gegeven van zowel de absolute oppervlakte in hectares als het aandeel aan de oppervlakte van de gemeente, van dennenbos, ander bos, van de categorie heide, veengrond, duin en zand (dus samen de woeste gronden) en van griendhout. Deze gegevens zijn ontleend door Blink aan de ‘Verslagen van de Hoofdcommissie voor de herziening der ...